De afgelopen dagen ben ik bezig geweest met de vraag : " Hoe komt het dat ik deze twee marathons zo gemakkelijk heb gelopen" ? Ik ben tot het volgende voorlopige antwoord gekomen .
Ik moest niets. Er was geen tijd die ik moest lopen. Er was geen tempo dat ik moest lopen. Ik ervaarde geen tegenstanders maar medestanders. Ik mocht stoppen om te drinken, eten en plassen. Ik mocht versnellen en vertragen wanneer ik dat wilde. Ik moest of hoefde niets. Die vrijheid maakte het dat ik kon genieten van deze hardloopevenementen . Ik genoot van het moment van onderweg zijn.