Waarom ?

Vanmorgen toen ik het balkon opstapte voelde ik het gelijk. Korte broeken weer. Er stond een training op het programma van zo’n  9 km waarbij ik elke 5e minuut 30 sec zou gaan versnellen. De laatste jaren heb ik vooral rustige trainingen gedaan en ik merk nu dat ik weer verlang naar  trainingen waar wat snelheid inzit. Het is natuurlijk wel even uitkijken, want de snelle spiervezels in mijn lijf moeten uit een lange slaap ontwaken. .Met versnellen bedoel ik dan ook geen maximaal sprinten , maar een een versnelling op souplesse waarbij de benen  niet verzuren en ik technisch goed en ontspannen kan blijven lopen. Tussen de versnellingen in een rustig tempo door dribbelen.  Geen tijden waar ik mij op richt maar lopen op gevoel. Vanmorgen ging dat weer heerlijk.

Vlak voor ik thuis was zag ik twee meerkoeten met hun kroost zwemmen. De kleintjes zwommen vrijuit, gadegeslagen door de ouders dat ze niet te ver afdwaalden. Toen ik dit gezinnetje zo vrij zag zwemmen moest ik denken aan een artikel dat ik recent op internet had gelezen. Het ging over asielzoekers met kinderen die in Nederland bij aankomst in een cel gestopt worden of achter hekken geplaatst worden. Opgesloten. Waarom? Nederland, één van de rijkste landen ter wereld waar menig politieke partij het woord vrijheid in zijn naam heeft staan en alle partijen het woord vrijheid meerdere malen in hun partijprogramma. ( Lees het artikel HIER )

Feest in het weiland

Nog één slokje thee en dan naar buiten. De eerste hardlooptraining van dit weekend stond op het programma. 15 x 200 m. De lucht begon al blauw te worden en de zon liet zijn eerste stralen zien. Op pad dus. Ik doe mijn tempootjes op een asfalt pad dat tussen de weilanden doorloopt. De Lage Kadijk. Het mooie is dat de afstand van mijn huis naar dit pad zo’n twee km is. Een mooie afstand om in te lopen. en om onderweg wat rekoefeningen en loopscholing te doen. Helemaal klaar sta ik dan aan het begin van de Lage Kadijk. Deze is ruim 400 m met halverwege een dwarssloot. Hoe makkelijk is het dan om daar 200 m  te doen met 200 m dribbelpauze. Alsof hij ervoor gemaakt s. Natuurlijk kun je er ook 400 tjes doen, maar vandaag dus 200 tjes. Afijn, tijd dus om te beginnen. Na 20 m zag ik  dat ik mijn eerste 200 recht naar de opkomende zon toe liep. Een mooier begin kun je je niet wensen. Links en rechts van dit pad loopt een sloot en op een gegeven moment zag ik een moedereend kwakend haar piepende kroost voortstuwen van de ene naar de andere sloot.  Nou schijnt de zorg van kinderen best vermoeiend te zijn dus stopte ik even om het prille gezinnetje niet te storen bij de oversteek. De zon begon ook langzamerhand zijn warmte af te geven en een aantal koeien in de wei waren er al bij gaan liggen. Anderen keken even naar mij om daarna verder te gaan met hun maaltijd. Terwijl mijn schoenen over het asfalt roffelden zag ik vanuit mijn ooghoeken wat beweging op het weiland. Twee hazen waren met elkaar aan het spelen  Ze rolden over elkaar heen om dan weer een stukje verder te rennen en weer over elkaar heen te rollen. Misschien binnenkort een gezinnetje. Zo waren de 15 x voorbij voor ik er erg in had. Mijn benen voelden goed, mijn lijf voelde goed, mijn hoofd voelde goed. Wat een heerlijke training. Het was feest in het weiland

De bank

Toen ik vanmorgen mijn balkon opliep was het koud, het waaide hard en het regende. Het is zondagmorgen , dus hardlopen. Wind, regen, storm, koude  bepalen soms het weer waarin wij zo nodig moeten gaan lopen. Huisgenoten verklaren ons voor gek. Ze zeggen “sla toch een keertje over”. Ik denk ook wel eens van nu even niet, maar ga dan toch. Vandaag echter niet. Ik trek mijn hardloopbroek aan en een lekker zittend T-shirt, draai de verwarming open , ga op de bank liggen en doe mijn ogen dicht. Voor mij zie ik de straat en in gedachten loop ik weg. De regen in , wind tegen en mijn handen in de mouwen om ze warm te houden. Ik loop langs het Spaarne. De straatverlichting doet het niet en ik stap in een diepe plas. Het hek bij nummer 28 staat open, maar ik denk niet dat de dobberman met dit weer zijn hok uitkomt. Voor alle zekerheid blijf ik toch maar zoveel mogelijk aan de andere kant van de weg lopen. Het gaat nog harder regen, maar wat maakt het uit ik was toch al nat en ga de strijd aan met de wind die nu pal op kop staat. De brug over naar de Heemsteedse dreef. Natuurlijk staan de stoplichten op rood. Gelukkig heb ik nu even de wind mee en loop door Heemstede mijn ronde verder af. In de verte zie ik mijn huis en denk aan de douche en het bakje thee. Ik doe mijn ogen open en voel mijn lijf. Verbeeld ik mij dat nou of voel ik de prettige tinteling in mijn benen alsof ik er inderdaad 10 km op heb zitten. De douche sla ik over, maar zet wel een bakje thee.