200

Boe klinkt het uit de stal. Dit is voor mij het startsein. Terwijl ik de eerste paar meters asfalt achter mij laat kijk ik naar het streepje in het weiland. Dit streepje staat voor een sloot die ongeveer halverwege dit ongeveer 400 meter lange fietspad in tweeën deelt. Vandaag staat er 10 x 200 meter op het programma met 200 m dribbelpauze.
Ik hou van 200 meters. De start is net als het opstijgen van een zwaan. De vleugels uit., een aanloopje , opstijgen en gaan. Zo ook de 200 meter. De eerste paar meters loop ik nog wat laag. Dan komt het oprichten en hoog rechtop lopen. Ontspanning houden in schouders en gezicht. Ik voel dat het contact met de grond steeds korter en lichter wordt. Als ware dat ik opstijg en hoog lopend vlieg ik bijna moeiteloos naar het einde. Daar daal ik weer en nagenietend van deze korte vlucht dribbel ik naar het einde van het fietspad. Draai mij, kijk naar het streepje in het weiland en ga voor de volgende vlucht. Na 10 keer zie ik op de plas een paar zwanen opstijgen. Tijd om huiswaarts te gaan.