Treinrenner

De bruine paardenstaart wapperde vrolijk om haar hoofd terwijl ze de laptoptas onder haar ene arm klemde en met de andere haar schoudertas in bedwang hield. De hakken van haar half hoge schoenen deden tak tak bij elk grondcontact. Zij liep, nee rende, door de stationshal. Opeens sloeg ze links af en vloog de trap met twee treden tegelijkertijd op om nog net tussen de deuren door te schieten de trein in.
Anderen rennen door de hal met zo’n koffertje op wieltjes achter zich meetrekkend die natuurlijk altijd de andere kant op wil. Vervolgens heb je nog zij die al rennend een blik willen of moeten werpen op het scherm van hun smartphone, waarbij ze hun omgeving nogal eens uit het oog verliezen wat tot niet al te vriendelijke reacties kan leiden. Dan heb je ook nog de reizigers die al in de trein zitten en ruim voordat deze stopt al voor de deur staan om die gelijk te openen zodra de mogelijkheid daar is en eruit schieten op weg naar hun aansluitende trein.
Eigenlijk zijn alle treinrenners sprinters. Ik vraag mij af of Usain Bolt en Daphne Schippers ook treinrenners waren en zo hun sprinttalent ontdekten en ontwikkeld hebben.

De dag inlopen

De enige loopmaatjes die meegaan zijn mijn schoenen waar ik op loop en die kijken niet op een uurtje eerder.

Wat doe je als je op zondagochtend om 05:00 uur klaarwakker op bed ligt. Dat vroeg ik mij vanmorgen af. Het antwoord liet niet lang op zich wachten, want de poes begon al aan de deur te krabben. Eruit dus. Het beestenspul eten geven. Een pot thee zetten en zelf ook een ontbijtje nemen. Nog even wat social media doornemen foto sites bekijken. En dan? Waarom niet beginnen met de duurloop in plaats van te wachten tot het licht is. Ik loop hem  alleen dus hoef geen rekening te houden met loopmaatjes. De enige loopmaatjes die meegaan zijn mijn schoenen waar ik op loop en die kijken niet op een uurtje eerder. Er stond een duurloop van 18 km op het programma in een tempo dat ontspannen aanvoelt. De route was dezelfde als een week geleden zodat enig vergelijk mogelijk zou zijn.

De doordeweekse trainingen gaan weer helemaal lekker. Ik zit nu op 1 training van 10 x 380 m en een training van 4 x 1100 m ( werk toe naar 6 x ) . De laatste training is hoe ik mij voel. Soms een korte duurloop, zoals afgelopen vrijdag 6,6 km op souplesse of zoals vorige week 10 x 200 m  ( P 200 m dribbel )  Ik hou nog wel aan dat ik na geen enkele training “kapot” mag zijn, want dat zou betekenen dat ik een langere rust moet nemen. Ben niet de jongste meer 🙂

De duurloop van vanmorgen begon dus in het donker. Af en toe komt er een fietser of een auto voorbij of zie ik opeens het licht in een woning aangaan. Zijn ook wakker geworden. Het liep lekker . Ik merk dat de doordeweekse snelle trainingen zijn vruchten beginnen af te werken, want als ik af en toe een blik op mijn Garmin 305 kijk dan zie ik dat ik rond de 12 km/uur loop en nog steeds ontspanning voel.

Het leven begint weer een beetje op gang te komen. Kom al wat mensen tegen die de hond uitlaten. Het verkeer begint een beetje op gang te komen en in steeds meer huizen brand het licht. De donkerte waarin ik begon begint begint ook op te lossen en maakt plaats voor licht. Het is heerlijk om de dag in te lopen. Thuis gekomen zie ik dat er op de Garmin staat 18 km in 1:32 uur. Tevreden kan ik aan het ontbijt.