De bruine paardenstaart wapperde vrolijk om haar hoofd terwijl ze de laptoptas onder haar ene arm klemde en met de andere haar schoudertas in bedwang hield. De hakken van haar half hoge schoenen deden tak tak bij elk grondcontact. Zij liep, nee rende, door de stationshal. Opeens sloeg ze links af en vloog de trap met twee treden tegelijkertijd op om nog net tussen de deuren door te schieten de trein in.
Anderen rennen door de hal met zo’n koffertje op wieltjes achter zich meetrekkend die natuurlijk altijd de andere kant op wil. Vervolgens heb je nog zij die al rennend een blik willen of moeten werpen op het scherm van hun smartphone, waarbij ze hun omgeving nogal eens uit het oog verliezen wat tot niet al te vriendelijke reacties kan leiden. Dan heb je ook nog de reizigers die al in de trein zitten en ruim voordat deze stopt al voor de deur staan om die gelijk te openen zodra de mogelijkheid daar is en eruit schieten op weg naar hun aansluitende trein.
Eigenlijk zijn alle treinrenners sprinters. Ik vraag mij af of Usain Bolt en Daphne Schippers ook treinrenners waren en zo hun sprinttalent ontdekten en ontwikkeld hebben.