Om bij het rondje te komen wat ik graag wilde lopen mag ik gelijk zo’n 200 m flink omhoog. De hartslag zit ook gelijk op 200.
Vanmorgen had ik zin om een interval training te gaan doen in de Middenduin. Een stukje duingebied bij Overveen. Het lijf voelde goed, want het had drie dagen hardlooprust gekregen na de training van zaterdag. Dat was een pittige training geweest van 10 x 400m , met het laatste kwart heuvel op, afgesloten met 5 x 100m vlak. Vandaag werd het een lange interval. Ik ken een rondje van 1100 m over een mooi geaccidenteerd parkoers. Om bij dat rondje te komen mag ik gelijk zo’n 200m omhoog. De hartslag zit ook gelijk op 200. Eigenlijk kun je dan gelijk beginnen aan een herstelrondje en dat kwam goed uit , want dat kon ik mooi combineren met het inlopen voor mijn training. Na het inlopen nog wat rekoefeningen gedaan en ik kon beginnen.
Dit rondje ken ik nog van zo’n 10 jaar geleden dat ik hier regelmatig liep. Toen liep ik het rondje meestal 6 keer in een hoog tempo en hing daarna 5 minuten over een balk om weer tot leven te komen. Dit was vandaag niet de bedoeling. Het moest langzamer, maar ja als het langzamer moest dan kun je er ook meer doen. Dit slaat natuurlijk nergens op, maar is wel leuk om te doen. Het zouden er 8 worden. Een mooi even aantal zodat ik er vier met de klok mee en vier tegen de klok in kon doen. Wat ook weer nergens op slaat, want met zes kun je dit ook doen. 8 x 1100 m dus.
Het is een leuk rondje waarin niets vlak is. Vals plat, stijle hellinkjes, scherpe bochten en behoorlijk wat boomwortels. Dit laatste maakt dat het rondje niet zonder risico is. Zeker nu het pad bezaaid ligt met bladeren is het goed oppassen. Nou moet ik zeggen dat ik het rondje zo vaak heb gelopen dat ik de meest risicovolle stukken wel ken, maar je weet nooit of er nog een boomwortel op een nieuwe plek zijn kop heeft opgestoken. Dit betekend dus goed focussen op het pad en mijn aandacht bij elke pas hebben, zodat ik bij een eventuele gemiste boomwortel gelijk kan corrigeren. Ik begon met vier keer tegen de klok in. Het mooie is dat ik daarna met vier keer met de klok mee een heel ander rondje liep. Zo eindigt de één met vals plat omlaag en de ander begint dus met dit valse plat omhoog en zit in de ene een stijl stukje omhoog dan zit dat dit in de ander omlaag. Ik kan niet zeggen welke richting nu het makkelijkst (of het moeilijkst) is , want vermoeidheid gaat ook een rol spelen.
Ik zei dat ik tien jaar geleden dit rondje 6 keer snel deed. Toen gingen ze gemiddeld in 3:45 min. Nu gingen er 8 gemiddeld in 4:20 min en hoefde ik na afloop niet reanimerend over de balk te hangen. Nog even een stukje uitlopen en ik kon de 200m omlaag lopen. Een heerlijke training gehad.