Vanmorgen een paar warme schoenen aangetrokken voor mijn lange duurloop in de duinen. De temperatuur lag nog behoorlijk onder nul en de straffe wind maakte het er niet warmer op. Toen ik naar de duinen fietste dacht ik van het valt wel mee, maar realiseerde me dat ik er een flinke vaart in had omdat ik de wind in de rug had en dan valt de kou in inderdaad wel mee. De bedoeling voor vandaag was een duurloop van zo’n 25 km en voor de afwisseling had ik deze keer wel een route in gedachte.
Nieuw deze keer was een damesstem die elke km in mijn oor brulde dat ik er weer een km op had zitten, waarbij ze gelijk vermelde hoelang ik liep en wat mijn gemiddelde snelheid was. Ik schrijf brulde, maar ze had natuurlijk ook kunnen fluisteren als ik het volume wat lager zou zetten, maar in dat geval kon ik de muziek niet horen vanwege de harde wind. Dus mocht ze brullen. Het is best lekker dat ze je op de hoogte houd van je loopstatistieken, hoewel je soms hoopt dat ze wat eerder de volgende km aankondigt, maar een andere keer heb je het gevoel dat ze zich te snel meldt. Dat laatste komt dan weer doordat ik in mijn enthousiasme het tempo omhoog heb gegooid.
Terwijl ik zo mijn kilometers aflegde in de duinen. Moest ik denken aan een boek dat ik gisteren in mijn boekenkast zag staan. Dit ging over de tweestrijd tussen Sebastian Coe en Steve Ovett. Twee Engelse middellange afstand lopers die de middellange afstand eind jaren 70 – begin jaren 80 op de baan domineerden. Om de beurt liepen ze een record op de afstanden van 800m t/m de mijl en allebei haalden ze olympisch goud. Zelf liep ik in de tweede helft van de jaren 80 ook deze afstand bij de Utrechtse atletiekvereniging Hermes. Mijn beste afstand was daar eigenlijk nog iets korter, namelijk de 400m. Lekker één rondje op de baan knallen en klaar. Toen deed ik nog trainingen waarbij de warming up en loopscholing langer duurden dan de kern van de training en duurlopen waren uit den boze, want daar werd je traag van.
12 km klonk het in mijn oor. Het eerste gedeelte van de loop zat erop en ik ging voor het tweede stuk. Omdat ik een soort van 8 loop zijn het twee ronden. Nog één ronde te gaan. Niet het heerlijke 400 m rondje op de baan dat je kunt knallen , maar een fijne 13 km ronde in de duinen die in een rustig tempo mocht. Afgelopen week schreef ik dat het fijn was om bij tijdens de heenweg te ontdekken dat je de laatste 3 km terug wind mee hebt. Vandaag was de ontdekking dat ik hem de laatste 7km tegen had. Net iets anders. Een meevaller is dan wel weer dat ik hem daarvoor lekker lang mee had.
Al met al een fijn zondagmorgen loop gedaan van ruim 25 km.