Nog een flauwe bocht en 200m. Ik kan ze al zien. Er zit nog geen lijn in , maar dat zal weldra anders zijn.
Het is donker en ik loop met een reflecterend hesje aan mijn rondje in Heemstede. Eigenlijk is het een driehoek. Drie lange stukken weg waarvan één helemaal recht en de andere twee hebben een flauwe bocht. Ik hou van deze driehoek om vele redenen. Het is geheel op de stoep. Hoef geen wegen over te steken. Geen stoplichten. Goed verlicht en een driehoek biedt vele trainings mogelijkheden. Deze training loop ik elke poot van de driehoek iets sneller en doe de driehoek drie keer waarbij ik elke driehoek rustig begin. Oh ja, de driehoek is 2,5 km.
Het mooie van zo’n training is dat ik iedere keer dezelfde punten passeer en er herkenning is. Zo is er een hond die steevast begint te blaffen als ik langskom. Ik zie hem niet, omdat hij achter een hoge heg zit, maar het volume doet vermoeden dat het geen schoothondje is. Ik verdenk hem ervan dat hij mijn rondetijden klokt en dan precies weet wanneer hij weer aan moet slaan.
Ik zit in mijn rustige tempo als ik aan een flauwe bocht begin. Aan mijn rechterkant zie ik drie rijen bomen. Één langs de stoep., één in de middenberm en één aan de overkant. Er zit geen structuur in de rijen op één moment na en dat moment komt over 200 m. Ik kijk er elk rondje naar uit. Nog 10 m en dan is het zover. Ik draai mijn hoofd alvast wat naar rechts. Het fijnste moment is eigenlijk de fractie van een seconde voor het zover is. Dan, in een tiende van een seconde, staan drie bomen, van elke rij één, precies in lijn.
Ik maak een scherpe bocht naar links en doe er een tandje op voor het tweede rechte stuk. Dit stuk heeft twee bushaltes waar ik even op moet passen. Aan het einde van dit rechte stuk weer links af en nog een tandje erop. Na een flauwe bocht scherp links af. Twee tandjes eraf en op naar de drie op een rij.