Cure training

Never Enough brult Robert Smith ( zanger van the cure ) in mijn oor. Mijn ademhaling gaat steeds sneller. Het tempo dat toch al hoog lag, gaat nog een stukje omhoog . Never enough, never enough. Mijn benen verzuren, maar ik weet dat het nog even gaat duren. Never enough, never enough. Ik zie het bruggetje en weet dat ik die nog moet nemen. De pas verkleinen, ritme omhoog. De benen lopen vol. Never enough, never enough. Mijn hele lijf brult terug, ophouden nu, ophouden nu. Ook Robert Smith vind het nu genoeg en gunt me even rust met Just Like Heaven.

Het is dinsdagmiddag en ik heb zin in een intervaltraining , maar dan anders. Een training op muziek en omdat ik net in de trein een nummer van the cure hoorde besluit ik daar op verder te gaan. Ik zet de playlist the cure aan en begin. De eerste twee nummers rustig om warm te lopen en daarna om en om. Een nummer snel, een nummer rustig.

10:15 Saturday Night (één van mijn favoriete nummers ) mag ik snel doen. Tik, tik , tik, mijn benen gaan op het ritme mee. Steeds sneller en sneller. Voor mij zie ik een scootmobiel en even later haal ik die in. De man die erin zit roept mij nog iets na, maar ik hoor niet wat. Tik, tik, tik. Ik weet dat het nummer bijna voorbij en doe er nog een tandje op voor de laatste paar seconden. Op Boys Don’t Cry mag ik weer rustig aan doen om daarna weer te versnellen op Inbetween Days.

Zo gaat het een uur door. Snel, rustig. Als laatste mag ik op A Forest rustig door het park naar huis terug dribbelen.

Volgende week misschien een training op Queen. Zal je net zien dat ik een versnelling mag doen op Bohemian Rhapsody

(Foto is een paar dagen later genomen)

Wind

De wind haalde mij in en nam het ritselen van de bladeren mee. Ik had net een drukke straat achter mij gelaten en liep nu over de vrijheidsdreef naar het Groenendaalse Bos . Ik had een lekker windje in de rug. Een fietser kwam kromgebogen over zijn stuur mij tegemoet met zijn blik op de weg een paar meter voor hem. Ik verlegde mijn looproute een metertje opzij. Ik had hem ook verbaal op mijn aanwezigheid kunnen attenderen, maar dan had ik hem zeker uit zijn kadans gehaald en dat zou jammer zijn. Hij had het met wind tegen een stuk zwaarder dan ik, die bijna werd gedragen door de wind.

Bij de molen rechts aanhouden, nog een paar honderd meter door en ik was op de plek waar ik de kern van mijn training wilde gaan doen. Liever had ik gelopen in een ander deel van het Groenendaalse Bos, maar dat had in het verleden al menig keer problemen gegeven. Het bos is in tweeën gedeeld. Ik noem het een noord en zuid deel. Het noordelijke, waar ik liever had gelopen, is ook toegankelijk voor honden. Nu vind ik dat geen probleem als ik een rustige duurloop doe, maar bij de training die ik in gedachten had wel. Ik wilde iets gaan doen met een korte interval in een pittig tempo.

In deel noord ligt het mooiste , breedste, recht uit lopende, vlakke onverharde pad van 500m uit de omgeving (vind ik). Ideaal voor een snelle training, maar menig hond ziet daar ook een leuke training in waarbij speels fysiek contact niet geschuwd wordt.

Ik liep dus door naar deel zuid. Ook daar is het fijn lopen en ik wist een mooie rechthoek waar ik mijn training zou doen. Twee lange stukken van zo’ n 150 m , aan de uiteinden met elkaar verbonden met een pad van 50 m. Dit rondje ging ik 10 keer doen. Dus 20 keer 150 m in een pittig tempo. Pittig, maar niet maximaal. Goed de grond lezen en de voeten voor(bij) gevallen takjes plaatsen. De ademhaling onder controle houden en proberen laag te houden. Niet gaan werken, maar de ontspanning blijven houden. De verbindingstukjes van 50 m rustig dribbelen en opnieuw focussen op de volgende versnelling. Kortom, een training met maximale aandacht.

Tijdens één van mijn versnellingen zag ik vanuit mijn ooghoek een paar runderen lopen. Die zouden toch niet……….