Ik hoorde de bladeren ritselen achter mij op het pad waar ik net overheen ben gevlogen. Ik ben bezig met een duurloop. Geen rustige , maar een snelle. Hoe snel? Dat weet ik niet, want het einde is nog niet in zicht. Ik doe één van mijn favoriete rondjes. De eerste kilometers zitten erop en ga nu aan een stuk beginnen met veel kleine bultjes. Elk bultje vlieg ik op. Ik ga soms nog harder erop dan eraf. Ik vlieg bijna, zo hard ga ik. Een paar herten vragen zich af wat er voorbij komt gevlogen, want een vogel ben ik niet. Een snelheidsmeter heb ik niet bij me, maar ik heb het gevoel dat ik nog nooit zo hard heb gelopen. Ik ga beginnen aan de laatste 4 km. De eerste 2 hiervan lopen langs een hek. Vroeger noemden we dit de oostblokroute, zolang loop ik dit rondje al. Nog één duiningang passeren en dan de laatste twee km alles eruit naar het eindpunt. Dan zie ik door de bomen het wit waar ik moet zijn. Nog 300m. Ik doe er nog een tandje op. Mijn voeten raken de grond niet meer. Ik vlieg de laatste bocht door en …………
Bzzzz bzzzz bzzzz. Ik doe mijn ogen open en draai mij om. Mijn hand gaat automatisch naar de uit-knop van de wekker. Het dekbed ligt chaotisch op het bed. Mijn benen eronder uitstekend. Was het een droom? Hoewel ik niet bezweet ben voelt mijn lichaam als alsof ik een topinspanning heb verricht. Ik draai mij om en trek het dekbed over mij heen, want de training heb ik al gehad. Straks de stad in en ergens gaan zitten om de verbruikte energie aan te vullen.
Prachtig om zo te lopen dromen.