Regelmatig zag ik de hand omhoog gaan. De ene keer wat enthousiaster dan de andere keer, maar toch. Ik zat in de bus naar huis. Lijn 73. De chauffeur was vrij jong. Ik schatte hem begin twintig. Het valt mij trouwens op dat steeds vaker een jongere chauffeur, en ook chauffeuse, de stadsbus zie besturen. Misschien komt het wel omdat ik steeds ouder wordt en dan is jonger al gauw jong. Telkens als er een tegemoet komende bus passeerde ging de hand omhoog ter begroeting en de tegemoet komende chauffeur groette terug. Één keer was het wel heel uitbundig, maar dat kwam misschien wel omdat er een chauffeuse in de andere bus zat, die net zo uitbundig terug zwaaide.
Ik moest terugdenken aan vroeger toen ik nog motor reed. Toen groette je ook elke tegemoetkomende motorrijder. Zelfs als een andere motor je inhaalde ging de hand even los van het stuur. Dit deed je niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa. Alleen in Groot Brittannië was het wat lastiger, want dan moest je de gas loslaten. De groet met de hand was een soort van saamhorigheid. Een uiting van het wij gevoel. Buschauffeurs onder elkaar. Motorrijders onder elkaar.
Tijdens mijn training van gisteren ging na zo’n 300 m mijn hand omhoog. De loper die ik tegenkwam zie ik al jaren. Misschien woont hij bij mij om de hoek, maar het kan natuurlijk ook best een stuk verder zijn. Wat we gemeen hebben is dat we allebei hardlopen. We hebben elkaar nog nooit gesproken, op een paar keer hoi na. Wat we wel doen is de hand opsteken ter groet. Tijdens de training heb ik de groet nog een paar keer gedaan. Ik weet eigenlijk niet wanneer dit groeten tussen hardlopers begonnen is. Ik kan mij niet herinneren dat ik toen ik in de jaren 80 begon met hardlopen dit ook gebeurde. De begeleidende hoi is een beetje op de achtergrond geraakt omdat steeds meer lopers met oortjes inlopen en naar muziek luisteren, maar de hand kan altijd. Stiekem vind ik het eigenlijk best leuk, die hand. Het geeft inderdaad een gevoel van saamhorigheid. Vlak voordat ik de afslag nam naar huis was er nog één groet. Een loopster kwam mij tegemoet en stak haar hand op. Een tikkeltje uitbundiger dan alle vorige handen. Mijn hand ging ook een tikkeltje uitbundiger omhoog.