Afterworkrun

Ik had s’avonds al mijn spullen in een rugzakje gedaan, want ik ken mijzelf. Als ik dat s’morgens moet doen dan wordt het haasten en kom ik, als ik onderweg ben , er achter dat ik iets vergeten ben. Nou is datgene wat ik vergeten ben nooit van een dusdanige belangrijkheid dat mijn geplande activiteit niet kan doorgaan, maar het veroorzaakt wel een vorm van lastigheid. Ik baal daar dan van en neem mij voor om de volgende keer eerder mijn spullen in te pakken. Nu dus dat voornemen in praktijk gebracht.

Vorige week hoorde ik twee collega’s praten over een duurloopje ze na het werk samen hadden gedaan. Één van hun had enige tijd geleden meegedaan met een looptechniek training die ik voor collega’s van de Centrale Bloedafname had gegeven. De ander had ook al de wat loopervaring wilde het lopen wat meer oppakken. Toen ik ze hierover hoorde praten vroeg ik of ze dit vaker gingen doen, een afterworkrun. Op mijn vraag of ik de volgende keer mee mocht lopen reageerden ze enthousiast en werd de agenda geraadpleegd, maar omdat we allen wisselende tijden werken werd het een puzzel. Puzzels zijn er om opgelost te worden, zo ook deze. Afgelopen vrijdag was de oplossing.

Om half vijf pakte ik mijn rugzakje met loopspullen, die ik dus s’avonds al had ingepakt, uit mijn garderobekastje en trok mijn loopkleding aan. Even later vertrok ik met mijn twee collega’s vanuit het LUMC voor een afterworkrun. We hadden geen plan voor een route en een afstand, alleen een vaag idee. Het was nog licht en omdat we dachten voor het donker terug te zijn liepen we naar de Leidse Hout . Hier konden we vrijuit lopen en hoefden we geen rekening met het verkeer te houden. Om de beurt deden we een suggestie voor een afslag, die de ene keer wel gehoor vond, maar de andere keer volledig genegeerd werd. Soms sloop er een lichte angst in dat we zouden verdwalen, omdat we op onbekend terrein liepen en voordat je het weet lees je in het Leids Dagblad ” Vannacht heeft de politie drie hardlopers uitgeput in het Leidse Hout gevonden die op zoek waren naar de uitgang. Ze zijn naar de eerst hulp van het lumc gebracht alwaar ze herkent werden en zijn opgevangen”.

Zover is het gelukkig niet gekomen. We waren in een rustig dribbeltempo vertrokken en al babbelend bij het Leidse Hout aangekomen. We hadden het over trainingen, de huizen die we zagen en de omgeving. Over het werk werd niet gepraat. Dit was niet afgesproken , maar het gebeurde gewoon niet. Toen we een stapeltje boomstammen zagen kwam het gesprek al snel op open haard hout en werd de lokatie van het hout vastgelegd voor je weet maar nooit. Zo liepen we de kilometers weg. Teruglopend door de wijk naar het LUMC bracht nog even verwarring over waar we nu precies liepen, maar toen liepen we opeens weer op een bekende weg. De laatste 100 meter werd er nog een sprintje ingezet en hadden we een mooie 7 km gelopen.

Dit was een leuke afterworkrun. Voor mij waren afstand en snelheid volledig ondergeschikt aan het samen met collega’s hardlopen. Wat mij betreft voor herhaling vatbaar.

Eens kijken

3:08 Stond er op het klokje bij de finish. Weer niet gelukt. Zo ging het steeds bij de marathons die ik liep. Iedere keer was het de bedoeling om onder de drie uur te lopen, (sub drie heet dat tegenwoordig) maar het lukte steeds niet. Het roer moest om. In 2005 liep ik de marathon van Berlijn. Hier moest het dan gebeuren. Het andere marathonlopen. Om te beginnen moest ik langzamer beginnen, wat inhield dat de eerste paar kilometers langzamer moesten dan de snelheid die nodig was voor een sub drie. Toen ik later terugkeek waren mijn eerste drie km de langzaamste geweest. Daarnaast moest ik bij elke drankpost een bekertje water nemen en dat bekertje moest ik dan wandelend opdrinken (wel even aan de zijkant van de weg lopen om geen andere lop(st)ers te hinderen. Ik hield mij hier strak aan en tot mijn verbazing, ik voelde wel dat ik goed liep, zag ik, hoewel ik de dertig km al gepasseerd was, met regelmaat een 3:45 min/km op mijn klokje staan. Toen ik onder het finishdoek doorliep stopte mijn klokje op 2:49. Met deze zelfde strategie heb ik daarna nog regelmatig een sub 3 gelopen.

Gisteren las ik in de dagelijkse nieuwsbrief van @loopmaatjes een stukje over wandelen tijdens hardlopen geschreven door Geert Wevers. Ik moest gelijk denken aan mijn drink wandelpauzes tijdens mijn marathons. Tijdens al mijn ultralopen houdt ik ditzelfde aan met dit verschil dat ik nog langzamer vertrek en dan na een paar honderd meter in de achterste regionen loop. Begon later ook gewoon achteraan.

Eens kijken hoe dit is als ik het tijdens mijn langere duurlopen op zondag ging doen. Ik voelde er niet veel voor om na elke kilometer te gaan wandelen en om dit na elke 5 km te doen was misschien wat te ver. Als ras Hollander ga je dan met jezelf polderen en ik kwam tot een compromis. Na elke 15 minuten ging ik 60 seconden wandelen. Ik had voor vandaag een 15 min gedachten in een rustig tempo dus ik zou 5 á 6 keer kunnen wandelen. Ik moest er wel even inkomen, want de eerste keer was pas na 18 min. Na 45 minuten had ik het te pakken. Ik had ruim een uur gelopen toen ik een loopmaatje tegenkwam. Samen hebben zijn we verder gelopen. Als ik aan mijn wandelpauze toe was dribbelde zij langzaam door en omdat ik stevig doorwandelde werd het gat tussen ons niet groot en had ik haar snel weer bijgehaald. Na 1:40 uur en ruim 16 km waren we weer bij het beginpunt en kon de koffietafel aanvangen.

De reden waarom ik dit uitprobeer is om te kijken of ik op deze manier makkelijker, minder belastend, langere afstanden kan hardlopen in een rustig tempo. Lees mijn Sukkeltje en Hoe ver ? Blog van even geleden.

Mijn eerste indruk is positief. De 16 km vandaag gingen erg makkelijk. Volgende week eens een halve marathon op deze manier lopen.

Start 2020

De kop is eraf. Het eerste loopje van 2020 is geschiedenis. Ik kon vanmorgen moeilijk uit bed komen. Gisteravond lag ik ook wat later in. Soms ben je met een boek bezig en wil je het uitlezen. Ik was begonnen aan “Catch and Kill” van Ronan Farrow. Een boek over seksueel machtsmisbruik in de filmindustrie (en meer ) met de ontmaskering van Harvey Weinstein. Om 23:00 uur moest ik nog “maar” 80 pagina’s dus lees je door. Daarnaast was er ook een doodse stilte in de app groep. Misschien was iedereen wel toe aan een uitslaap ochtend en als je een appje de wereld instuurt of er nog iemand gaat lopen is er altijd wel één die reageert met “leuk, hoe laat beginnen we?”

Het was dus al ruim na tienen vanmorgen toen het signaal van mijn hersenen naar mijn spieren sterk genoeg was om die aan te zetten tot activiteit. Veel zin hadden ze niet maar je weet dat als je eenmaal bezig bent de zin er opeens is en dat je na afloop een fijn gevoel hebt. Ik besloot wel om gehoor te geven aan de tegenzin , wat niet veel moeite kostte, en een korte loop te doen.

Het leuke van januari is dat je een hoop nieuwe lopers ziet. Éénlingen, maar ook stelletjes. Waarschijnlijk voortgekomen uit de goede voornemens voor 2020. Sommigen hebben zich gelijk in een nieuwe hardloopoutfit gestoken geheel volgens de laatste mode. Anderen doen het wat voorzichtiger aan en beginnen in de joggingbroek en sweater die in de kast lagen (misschien nog van vorig jaar ) Leuk is het wel om wat nieuwe gezichten te zien. Sommigen zeggen nog wat onwennig hallo terug als je ze groet en anderen zwaaien alsof ze je al jaren kennen. Ben benieuwd hoeveel en wie ik nog in februari zie.

Het was heerlijk weer om te lopen. Ik had eigenlijk een laagje teveel aan, maar omdat ik rustig liep vond ik dat niet erg. De rits van mijn jas een stukje opdoen en de warmte kon ontsnappen. Ondertussen klonk de stem van James Taylor in mijn oren. Ik had gisteren een stapeltje nummers van hem op mijn Apple Watch gedownload. Al kende ik wel een paar nummers van hem, heb ik hem eigenlijk afgelopen jaar pas echt ontdekt en luister nu wekelijks een album. Zo liep ik dus mijn rondje. Rits een stukje open, luisterend naar James Taylor en andere lopers groetend (maar ook wandelaars, fietsers en eigenlijk iedereen) De tegenzin had allang plaatsgemaakt voor zin.

Toen ik thuis kwam sprak ik mijn buurman. Hij vroeg “hoe ver heb je gelopen, 20 km?” Ik antwoordde “nee een kort loopje van 6,6 km”. Hij zei “oh, dat is goed, want ik heb laatst gelezen dat korte loopjes gezonder zijn”. Ben ik het jaar dus goed begonnen.