Afgelopen maandag was dag 73 van mijn dagelijkse 6,6 km rondje. Ik was rustig begonnen en voelde me goed. De benen voelden krachtig en ik had ongemerkt het tempo al flink opgeschroefd. Er waren weinig wandelaars en fietsers op de weg dus hoefde niet steeds achterom te kijken of er verkeer aankwam omdat ik moest zigzaggen in verband met de anderhalve meter regel die nog steeds bestaat. Achter mij hoorde ik een fietser aankomen. Het was een fiets met een pedaaltik. Zo’n tik die elke pedaalslag terug komt. Het was een mooi ritme die pedaaltik en ik kreeg bijna de neiging om mijn beentempo erop aan te passen. Langzaam kwam de fietser langs mij en bleef naast mij fietsen. Er zat een man op. Hij keek mij aan en vroeg “is dit de weg naar het pontje van Cruquius?”
Het was de eerste dag van de week en ik had geen loopplan in gedachten. Nou heb ik dat bijna nooit. Dat plan ontstaat altijd onderweg . Eerst even voelen hoe het lichaam en geest zijn. Ik heb echter twee voorwaarden. Ik mag maar één keer in de week een vlotte loop doen. Dit in verband met de blessure preventie. De andere is dat het rondje 6,6 km moet zijn en dat is omdat de challenge 100 dagen dagelijks 6,6 km hardlopen is. Toen kwam dus de vraag van de fietser.
Ik keek naar de fietser en zijn fiets. Maakte een inschatting en zei toen ” dit is inderdaad de weg naar het pontje, ik loop even met u mee, want hij is over ongeveer anderhalve km”. Prima zei de man en ik verhoogde mijn tempo nog iets, maar nog wel zo dat ik kon praten. Al pratende vervolgde wij onze weg. De eerlijkheid gebied om te zeggen dat de man meer praatte dan ik, wat mij niet verkeerd uitkwam. Ongemerkt waren we steeds harder gegaan wat ook wel weer een goed teken was, want dat betekende dat mijn lichaam het aankon. Met nog zo’n 200 meter te gaan vertelde ik de man waar het pontje was en dat ik een stukje daarvoor linksaf zou gaan. Hij bedankte mij voor het wijzen van de weg ik hem dat ik mocht meelopen en vlak voor het pontje scheiden onze wegen.
Nadat we afscheid hadden genomen en ik linksaf was gegaan nam ik gelijk het besluit om het tempo iets terug te schroeven naar mijn vlotte tempo, dat door te lopen tot een kilometer voor mijn huis en dan de laatste km lekker uitlopen. Zo is het ook gegaan. Ik had mijn vlotte loop gedaan en heb de rest van de week rustiger aan gedaan.
Op het moment dat ik dit nu schrijf heb ik dag 79 erop zitten. Het gaat goed. Geen blessures en ik heb er elke dag zin in. Morgen alweer dag 80.
Hieronder de getallen van de vlotte loop.