Smartphone

Daar stond hij. Strak op zijn zondags gekleed. Aan de rand van een pleintje zodat de kans om gestoord te worden klein was. Het hoofd schuin naar beneden gericht en een lichte glimlach op zijn gezicht. Zijn blik was gericht op zijn smartphone. Af en toe moest hij zijn rechterhand van een beugel halen om een iets aan te tikken om daarna weer naar de beugel te gaan die onderdeel was van een kinderwagen.

Ik moest gelijk denken aan een soortgelijk tafereel dat ik een paar minuten eerder zag. Een vrouw die haar hond uitliet en terwijl het beestje rond haar benen kwispelde, wachtend tot zijn baasje het balletje weer weggooide, was zij verdiept in haar smartphone.

Oeps, nou moet ik natuurlijk uitkijken om niet de man met de vrouw te vergelijken door te zegen dat hij zijn kind uitliet. Het was een moment opname die ik zag en voor hetzelfde geval kreeg hij net een berichtje van zijn partner met een mededeling of een opdracht.

Laat ik eens naar mijzelf kijken. Ik heb tijdens mijn rondje hardlopen ook altijd mijn smartphone bij me. Ik heb een iPhone SE. Nou is het lastig om tijdens het hardlopen iedere keer hier op te kijken, maar ik heb ook een Apple Watch en die trilt als ik bijvoorbeeld een berichtje binnen krijg. De verleiding is dan erg groot om toch even te kijken. Een tijdje terug deed ik dat ook en brak toen bijna mijn nek over een opstaande stoeptegel. Ik heb de trillingen nu uitgezet en zet ze aan als ik bijvoorbeeld een berichtje verwacht, maar de telefoon niet af mag gaan.

Er zijn natuurlijk 100 redenen te bedenken, of die anderen voor ons bedacht hebben, om de smartphone altijd bij je hebben. Zo is het natuurlijk fantastisch dat je er mooie plaatjes mee kunt schieten en je altijd een fototoestel bij je hebt. Hier maak ik dan ook dankbaar gebruik van om een selfie te maken tijdens het hardlopen en die op social media te zetten. Is dat een verslaving of dwangmatigheid? Misschien wel, maar ik vind het leuk om te doen.

Vanmorgen tijdens mijn rondje hardlopen natuurlijk een selfie gemaakt.

Pittig

Even mooi rechtop lopen. De techniek goed in de gaten houden. Op de middenvoet landen en er voor zorgen dat ik niet stampte, maar lichtvoetig liep. Goede actieve knie inzet. Niet te hoog , maar ook niet te laag zodat het op slepen leek. Schouders ontspannen. Nette arm zwaai met de handen ontspannen half open en natuurlijk een ontspannen gezichtsuitdrukking alsof het bovenstaande mij geen moeite koste. Dit alles deed ik toen mijn tempoversnelling toevallig langs een goed gevuld terras kwam.

Ik had de hele dag binnen gezeten en keek uit naar mijn hardlooprondje. Ik had er nog niet echt een invulling voor bedacht. Ik had deze week al een snel en een rustig rondje gedaan en besloot nu gewoon rustig te beginnen en dan voelen wat mijn lijf aankon. Na een kilometer wist ik het . Vandaag zou ik een intervaltraining gaan doen waarbij ik pittige stukjes ging versnellen en tussendoor ruim gas terug zou nemen.

Regelmaat? Nee! Eigenlijk is het een heerlijk chaotische training. Ik loop niet op tijd of op afstand, maar doe versnellingen volledig willekeurig. Zo zag ik bijvoorbeeld een afvalcontainer langs de weg staan en zo’n 200 m verder een brug. Dat is dan een mooi stukje voor een versnelling. Oppassen dat het geen sprint werd. Het mocht best een pittig tempo zijn, maar er moest wel souplesse in de loop blijven. Moest er tenslotte nog een flink aantal doen. De pauze na deze versnelling duurde tot de ingang van het parkje waar ik doorheen ging. Dat ging dan weer pittig. Bij het kanon even gestopt en daarna als een kanonskogel verdergegaan tot het volgende bruggetje. Vandaar weer rustig naar een bakfiets die ik tegen een boom zag staan . Dit zo’n zeven kilometer lang.

Ik zag de mensen op het terras even haperen bij het naar de mond brengen van hun glas of de bitterbal een seconde stil houden voor die in de mond verdween. Hun ogen waren even op mij gericht toen ik voorbij kwam. Was dit echt of in mijn gedachten. Het maakt niet uit. Ik genoot.