Betonloop

De ruitenwissers moesten vanmorgen even op dubbele snelheid toen ik naar de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) reed. Dat ging nog wat worden straks, want ik had voor vandaag een lange duurloop ingedachten waarbij ik weer eens de 30 km aan wilde tikken. Met in mijn hoofd van erger dan dit kan het niet worden, wat nu valt, valt straks niet en je lijdt het meest van dat wat je vreest, vervolgde ik rustig mijn weg. Aangekomen bleek ik niet de enige te zijn die de duinen in wilde. De parkeerplaats was al goed gevuld. Nog 5 minuten in de auto gezeten, want buienradar gaf aan dat het dan iets minder hard zou gaan regenen en toen op pad.

Zoals gezegd wilde ik vandaag de 30 km aantikken in voorbereiding op de Wintermarathon Leeuwarden zaterdag 24 dec en in de route had ik ook het betonplaten pad opgenomen. Dit is een pad dat voor mij een zekere uitdaging heeft, maar waar ik ook een bloedhekel aan heb. Ik heb het hier over een pad ( of weg ) in de AWD dat bestaat uit betonplaten. Het is een pad van bijna 7 km lang en gaat alleen maar rechtuit. Je begint eraan, maar kan pas laat het einde zien omdat er regelmatig vals plat inzit waarvan de top dan iedere keer net te hoog is om over heen te kijken. Het bestaat uit twee rijen betonplaten en elke plaat heeft een lengte van zo’n 5 meter. Het gevaar zit hem in de aansluiting van de platen. Soms gaat het een tijdje goed , maar dan is er opeens een plaat die een stukje boven de vorige plaat uitsteekt en als je niet oplet ga je dan mooi plat. Als laatste voel je dat beton hard is en volgens mij ook harder als asfalt en een tegelpad. Als je daarvoor net een paar kilometer je lichaam verwent hebt met onverharde paden komt de klap dubbelhard aan. Toen ik vroeger met een marathongroep hierover heen ging hoorde ik al snel de opmerking “we krijgen weer een mentale training “. Zo’n pad is het dus.

Ik had vandaag wel zin in zo’n mentale training en dat gecombineerd met mijn eerste 30 km na jaren sloeg ik twee vliegen in één klap. Ik had wel besloten om hem van zuid naar noord te lopen zodat ik de wind van achteren had. Een gevolg daarvan was dat ik in de kilometer die aan het eind van het pad begon nog wel vier pittige heuveltjes moest nemen. Voordat ik aan het pad begon had ik er al 14 kilometer opzitten. Toen ik het pad en de kilometer met de kuitenbijters achter mij had restte mij nog 8 km over onverharde paden. Ook hiervan is niets vlak, maar na het voorgaande vielen die voor mij in het niet.

Ik kijk terug op een fijne duurloop die in de regen begon maar droog eindigde. Waarin een voor mij mentaal pittig stuk in zat, maar waar de teller na afloop ruim 31 km aangaf. Volgende week mag ik weer een snellere halve marathon afstand lopen.

HT Runner Leeuwarden marathonschema

Ik heb me ingeschreven voor de Wintermarathon Leeuwarden op zaterdag 24 december. Na 5 jaar marathonrust is het weer begonnen te kriebelen en heb ik zin om weer aan een marathonavontuur te beginnen. De laatste die ik gedaan heb was in 2018 in Köln. Nu dus wat dichter bij huis.

De inschrijving is gedaan, nu nog de trainingen. Ik heb in de agenda gekeken en er resten nog 9 weken voor de start. Als ik op mijn laptop het mapje persoonlijke schema’s open maak dan krijg ik tientallen marathonschema’s te zien die ik in het verleden voor lopers gemaakt heb. In grote lijnen zijn deze schema’s allemaal op dezelfde manier opgebouwd. Drie weken opbouw, één week rustig, drie weken opbouw enz. Ik zou iets kunnen bedenken van twee weken opbouw, één week rust voor de 9 weken die ik nog heb, maar ik wil het eens anders doen.

Het idee komt voort uit de twee wat snellere halve marathons die ik de afgelopen weken heb gelopen. Dit waren geen officiële wedstrijden, maar een halve marathonafstand die ik in de duinen had uitgezet. Daar wil ik wat mee gaan doen. Een tweede training die ik graag wil doen is de lange duurloop. Hiermee bedoel ik duurlopen langer dan 21 km. Het plan dat ik heb is om deze twee om de week te doen. Dit houdt in de ene week een snellere halve marathon, de week erop een lange duurloop, een snellere halve enz. Het tempo van de snellere hm omschrijf ik als op souplesse snel. Dit betekend een snel tempo dat ik zonder te werken vol kan houden, mijn techniek kan houden, nog oog heb voor de omgeving en dus na afloop niet als een hijgend paard over een balk hang. Het tempo van de lange duurloop ligt lager en omschrijf ik als een rustig praattempo.

Ik denk dat dit voor mij best ambitieus is omdat ik de afgelopen jaren geen tot weinig lange lopen heb gedaan en daarom zijn de doordeweekse trainingen ook anders dan in al mijn gemaakte schema’s. Om overbelasting te voorkomen doe ik nog drie doordeweekse trainingen van 7 km. Het tempo van deze doordeweekse loopjes omschrijf als kan niet langzaam genoeg . Ik sluit het trainingsprogramma af met een snelle 10 km het weekend voor de marathon .

Gisteren de eerste duurloop kilometers naar Leeuwarden gedaan. 25 km in de duinen over onverharde paden. Voor het eerst na 5 jaar weer zo’n lange duurloop, maar merkte dat mijn lichaam het nog niet verleerd had. Na ruim 2,5 uur kon ik tevreden terugkijken op een fijne training.

Niet verwacht

The Cure knalde mijn oor in en deden mijn trommelvliezen als een idioot trillen. Mijn Applewatch was helemaal opgeladen en mijn vinger ging naar de tekst hardlopen buiten dat op het scherm stond. Voelde ik daar wat van spanning in mijn lijf? Het ging eigenlijk nergens over wat ik zou gaan doen. Er hing niets van af en heel bijzonder was het ook niet. Maar toch. Het was vrijdagochtend en Robert Smith van The Cure zong “It’s Friday I’m in love”.

Ik was s’morgens in de auto gestapt en naar de Amsterdams Waterleidingduinen (AWD) gereden. Toen ik nog in Haarlem woonde ging ik daar vaak naar toe om een rondje te gaan hardlopen, maar sinds ik naar Leiden verhuist ben is het mij eigenlijk te ver, behalve vanmorgen dan. Twee weken geleden had ik de 100 bruggenloop in Leiden meegedaan. Een loop van 19 km door Leiden waarbij je over 100 verschillende bruggen ging. Vrijdagochtend wilde ik daar nog twee kilometer aan plakken en dus een halve marathon lopen. Ik had in het verleden voor mijzelf een halve marathon in de AWD uitgezet over onverharde paden met lekker veel kleine heuveltjes en die wilde ik gaan lopen.

De laatste keer dat ik een halve marathon had gelopen was anderhalf jaar geleden. Dat was de halve marathon van Leiden. Mijn doel vrijdagochtend was om deze halve te lopen in een tempo dt ik noem “op souplesse snel”. Dit betekend een tempo dat snel ( voor mijn kunnen ) mocht zijn, maar waarbij ik de looptechniek goed kon houden, niet ging hijgen en niet ging werken. Kortom ik mocht mij niet kapot lopen. Ik was heel benieuwd wat dat voor tijd op zou leveren.

De tijd begon te lopen en daar ging ik. De eerste kilometer mocht niet te snel gaan. Het was een soort inloop kilometer. Deze eerst km ging in 5:52 min en was toen ik later terug keek mijn langzaamste km. Alles zat mee, mijn benen voelden goed, kwam gelijk een paar herten tegen, een bekende loper die gedag zei en ook het weer was helemaal top. Over de route hoefde ik niet na te denken, want die had ik al vaak gelopen. Na zo’n 2,5 km schrok ik wel even, want daar stond een manshoog hek. Gelukkig was het geen gesloten hek maar kon ik er gewoon door. Het tempo was ondertussen naar kilometers rond de 5:20 min/km gegaan. Het was alweer een tijd geleden dat ik zo hard gelopen had. Op de eerste open vlakte voelde ik een meevaller. Ik had wind tegen, maar dit betekende dus dat ik hem op de terugweg mee had. De route die ik liep was in een 8 vorm. Ik had twee bidons van een halve liter water bij me en elke vierde km dronk ik daar een kwart van. Het ging helemaal goed.

Na 14 km zag ik dat de snelheid was opgelopen naar zo’n 5:04 min/km, maar omdat ik nog steeds makkelijk liep besloot ik geen gas terug te nemen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet verwacht had dat het zo goed zou gaan. Stiekem was ik al aan het rekenen geslagen en de uitkomst was dat ik als ik zo doorliep deze halve marathonafstand ruim binnen de twee uur zou lopen. Ik was ondertussen ook al mooi een soort van keerpunt voorbij en voelde regelmatig op de openen stukken dat ik de wind in de rug had. Geen harde wind, maar wel even lekker. Opeens was ik al bij een soort van markeerpunt. Dit was de plek waar ik vroeger, toen ik nog (marathon)trainingen gaf, de groep die ik trainde losliet. Ze mochten dan de laatste twee km versnellen als ze konden. Ik mocht van mijzelf ook los en leip de laatste twee km in een tempo onder de 5:00 min/km.

Na 21,1 km de tijd gestopt en zag 1:50:37 op het scherm staan. Dit was iets dat ik totaal niet verwacht had. Ik had al maanden niet in dit tempo gelopen. Wel veel gelopen, maar niet zo snel. Stiekem had ik vooraf gehoopt op een tijd net onder de 2 uur maar niet dit. Een paar honderd meter rustig uitgedribbeld en mijzelf daarna bij het restaurant dan bij de parkeerplaats was getrakteerd op een pannenkoek.

In mijn hoofd is zich na deze loop weer een nieuw loopdoel aan het ontwikkelen, maar daarover volgende week meer. Nu eerst nog nagenieten van deze ervaring.

Een even niet dag.

Het intro van Lust For Live van Iggy Pop knalde uit mijn iPhone. Ik kon mij niet herinneren dat ik het geluid harder had gezet, maar vanmorgen om 06:00 uur klonk het onheilspellend luid. Ik moest eruit, want er moest gewerkt worden. Ik hoorde de wind en keek door het keukenraam naar buiten. Het regende en als ik dat kan zien met mijn lenzen uit, dan regent het echt. De beslissing was snel genomen. Met de bus naar het station in plaats van de fiets. Ontbijt erin. Een korte douche en op weg naar de bushalte.

Op zondagmorgen betekend dat echter een 10 minuten wandeling. De paraplu, een zwarte, gepakt en mijn oortjes in. Ik koos voor Nirvana, dat vond ik wel bij deze donkere ochtend passen. Gezien het formaat van de plassen moest het al flink geregend hebben. Net op tijd zag ik de grote plas waar een tegemoet komende auto over twee seconden doorheen zou rijden en stapte snel opzij. Even later geschiedde het toch. Terwijl ik over een donker pad tussen huizen doorliep voelde ik opeens mijn sokken nat worden. Een plas gemist. Snel doorlopen, want dit was echt zo’n ochtend om de bus te missen. Gelukkig gebeurde dat niet en een kwartier later kon ik in een warme trein gaan zitten tussen een aantal mensen die laveloos in de stoelen hingen. Een nacht doorgehaald in Amsterdam en nu met de eerste trein naar huis. Weinig tot niet aanspreekbaar. Sommigen snurkend, maar ik zat niet in een stiltecoupé . Zouden ze daar naar gekeken hebben?

Het was zondagmorgen, dus eigenlijk een duurloop morgen. Deze morgen dus niet, want ik moest werken. Nou moet ik heel eerlijk bekennen dat als ik niet had hoeven werken ook niet met dit weer was gaan hardlopen. Op social media lees ik nu stoere berichtten van mensen die wel zijn gaan lopen en dan schrijven over het trotseren van regen en wind en over de afstand die ze hebben gelopen. Soms nog langer dan ze gepland hadden. Aan mij is dit niet besteed. Ik ben een plezier- en gezondheidsloper. Een beetje regen vind ik geen bezwaar, maar er zijn grenzen. Die grens was vanmorgen duidelijk overschreden. De katten gingen het balkon niet op. De hond die uitgelaten moest worden wilde het portiek niet uit en bij station Leiden zochten de meeuwen en kauwtjes beschutting. Ik volg graag hun voorbeeld.

Een dag als deze noem ik een even niet dag. Morgen is een nieuwe dag .

Vanmorgen heerlijk gewerkt.

Ingeklemd

Ik lag vanmorgen ingeklemd tussen mijn dekbed en matras. Lekker warm en in zo’n houding dat mijn lichaam op de juiste plekken ondersteund, dan wel bedekt was. Bewegen was dodelijk. Nou is dodelijk misschien wat overdreven, maar het perfecte liggevoel is dan weg. Aan mijn voeteneind lag een kater en aan zijn geronk te horen kon hij ook zomaar eens in dezelfde staat van genot kunnen verkeren. Ik hoorde het buiten regenen en waaien wat voor mij een aanmoediging was om te blijven liggen. Met één hand pakte ik voorzichtig mijn iPhone, die naast mij op het kastje lag, en zag op buienradar dat ik nog een tijdje mocht blijven liggen. Over ongeveer een uur zou de blauwe vlek mijn woonplaats verlaten en plaatsmaken voor wat motregen. Voorzichtig de iphone weer terug gelegd en teruggekeerd naar dromenland.

Het was zondagmorgen, dus duurloopmorgen. Eigenlijk had ik een lange duurloop ( 20 + ) in gedachten, maar mijn “toestand” als hierboven beschreven deed al gauw een streep zetten door mijn plan. Ik loop vooral voor mijn plezier en hoef niets te bewijzen of te presteren dus het lopen moet wel een soort van leuk zijn. Helemaal niet lopen was ook geen optie, want ik wist dat ik mij na het lopen heel prettig zou voelen. Na wat polderen met mijzelf besloot ik een 13 km loop te doen. Over die 13 km is niet nagedacht, maar de ronde die ik in gedachten had was 13 km.

De hardloopkleding aan en naar buiten. Het miezerde licht. Niet genoeg om de beruchte kringetjes in het water te produceren, maar genoeg om te weten dat ik na mijn loop drijfnat zou zijn. Om de één of andere reden vindt ik dit nooit lekker weer voor een rustige loop, maar zet ik er graag een beetje tempo in. Na een rustig begin ging het tempo dan ook snel omhoog en kwam ik in een voor mij comfortabel tempo van 12 km/uur. Ik kwam verrassend veel loopmaatjes tegen. Misschien hadden zij ook gewacht tot de ergste regen voorbij was. Het liep zo lekker dat ik besloot om in de laatste 5 km met enige regelmaat een tempoversnelling van zo’n 200 m te doen. Na ruim 13 km en 1:04 uur had ik de voordeur in het zicht.

Ik had al een handdoek klaargelegd, zodat ik bij binnenkomst mij gelijk kon afdrogen en niet nat door het huis zou denderen. ( ja, mannen kunnen ook wel eens vooruitziend zijn )

Met de warme douche keerde het gevoel van vanmorgen in bed terug, maar nu in het kwadraat, want het prettige gevoel van na het lopen kwam erbij.

Hoi

Hoi. Ik kreeg een hoi terug van een loper die me tegemoet kwam. We passeerden elkaar op het moment dat ik tijdens een tempoversnelling omhoog liep . Ik ken de loper al jaren. Al zo’n twintig jaar. Nou ja kennen is misschien een te groot woord en is ontmoeten beter op zijn plaats. Onze communicatie blijft beperkt tot elkaar aankijken en hoi. Ik vind het prima dat het hier bij blijft. Het is goed zo. Het is een vorm van vertrouwd. Eigenlijk wist ik al dat hij er was op het moment dat ik langs de balk liep, want zijn trui hing eroverheen. Het strakblauwe van de trui was er wel af en was veranderd in vaalblauw. Het was zo’n trui die hoorde bij de joggingbroeken van de vorige eeuw. Van die katoenen broeken die elke regendruppel opzogen en dan veel te zwaar werden om in te lopen. Gelukkig zat er altijd een koordje in die je zo strak aantrok dat de broek niet afzakte. De broek werd door zijn gewicht echter wel langer met als gevolg dat de zoom van de pijpen over je schoenen hing. Het maakte allemaal niet uit, want dat hoorde bij het buiten hardlopen. De loper had zo’n broek aan.

Ik was bezig met mijn “Training anders” en deed een tempotraining op een duinparcour van ongeveer 750m. Het is een rondje. 400 m snel en na 350 m dribbel ben ik dan weer aan het begin. Deze training, dit rondje , deed ik twintig jaar geleden ook al. Toen deed ik hem af en toe met loopmaatjes en was elke versnelling van 400 m een wedstrijd, met als gevolg dat we na 10 keer voor dood over de balk hingen. Deze keer mocht het rustiger. Het parcours is nog hetzelfde . Dezelfde bochten. Dezelfde boomstronken. De boomwortel na het haakse bocht was ook nog in volle glorie aanwezig. Ik deed beheerst de versnellingen, maar na 8 keer vertelden mijn kuiten dat het genoeg was geweest. Nog even een wat groter rondje uitlopen en klaar.

Dit is een van de trainingen die ik de komende maanden ga doen. Vorige week blogde ik dat de trainingen die ik de komende weken ga doen wat meer snelheid zullen bevatten en niet langer dan een uur duren. Zo zal ik regelmatig 200m’tjes lopen met 200 m dribbelpauze. Lopen met muziek en dan één nummer rustig, één nummer snel enz.. Een duurloop van zo’n 8 -10 km met daarin 4 -6 km pittig. Één van mijn favoriete is 3 km inlopen, 2 km hard en uitlopen 2 km. Natuurlijk ook nog gewoon een duurloop van een uur, maar dan grotendeels in zone 3. Op de bovenstaande trainingen zijn nog vel;e variaties mogelijk. Een andere belangrijke verandering in de trainingen is dat ik de komende maanden maximaal 4 keer in de week train. MIjn lijf zal namelijk door de intensivering van de trainingen meer rust nodig hebben. Ben benieuwd hoe ik dit de komende drie maanden ga vinden.

Tijdens de duintraining had ik nog menig hoi moment. Hoewel ik er al maanden niet meer gelopen had , had ik het gevoel dat ik nooit weg was geweest. Vertrouwd.

Volgen

Bij de volgende kruising gaan we rechtsaf. Bij de T-splitsing gaan we linksaf. Over 1 km is een kraantje om water te tappen. Dit waren zo’n beetje de opdrachten die ik aan de dames gaf en die ze ook zonder morren uitvoerden. Dat had ik vroeger toen ik training gaf wel eens anders meegemaakt, maar deze dames hadden een missie. De marathon van Amsterdam 2019.

Om 08:00 uur verzamelden we bij één van de ingangen van de Amsterdamse Waterleiding Duinen, ingang Oase. Ik had al een paar keer met hun meegelopen en dat was schijnbaar zo goed bevallen dat ze mij gevraagd hadden ook deze zondag mee te lopen. Er stond een duurloop van 28 km op het programma. Zaterdag had ik op afstandsmeten.nl een route uitgezet. Dat was nog niet zo makkelijk als het klinkt , want twee van de drie dames hadden wel eens deze afstand gelopen, maar dat was jaren geleden en voor één was dit een grensverleggende afstand. Je wilt ze dan ook geen loodzwaar parcours laten lopen. Nou zijn in de duinen heuveltjes onvermijdelijk , maar je hoeft ze ook niet op te zoeken. Vroeger zei je als trainer gewoon na afloop “Dit was 28 km” , maar tegenwoordig krijg je dan allerlei meet apparatuur onder je neus gedrukt die precies vertellen hoever er gelopen is en laat dat in dit geval niet 27,8 km zijn , want dan heb je de dames op je nek. Ga je voor safe, dan zorg je ervoor daar je 28,2 km loopt. Dan prijzen ze je de hemel in.

Zo gingen we op pad. De dames kennende wilde ik een tempo lopen van rond de 6:40-6:50 min/km. We zouden er dan ruim 3 uur over doen. De weersomstandigheden waren ideaal en gezellig pratend liepen we de kilometers weg. De eerste paar km liepen er nog twee andere loopmaatjes mee, maar die sloegen na een paar kilometer af voor een kortere route. Bij de krantjes werd even gestopt en als ik dan na twee minuten zei “we gaan weer verder” deden ze dat. Weer zonder morren. Zelf had ik 3 gelletjes bij me met de bedoeling na elke 7 km er één te nemen en elke uur wilde ik een 500 ml bidon water opdrinken . In een latere blog kom ik hier op terug.

Het ging heel voorspoedig. Een mooi constant tempo en de heuveltjes die erin zaten werden moeiteloos genomen. Toen ik zei “nog twee kilometer” werd zowaar nog even de turbo aangezet en knalden ze er nog twee snellere kilometers uit. Later bleek dat de eerste twee km de langzaamste waren geweest. Na afloop was iedereen tevreden. De dames omdat ze hadden gelopen wat ze wilden en geen rekening hoefden te houden met het parcours, afstand en snelheid ( want dat deed ik ), ze hoefden alleen maar te volgen en ik omdat het gelopen was als gepland en omdat de dames tevreden waren.

We liepen 28 km in 3:10 uur met een gemiddelde snelheid van 6:45 min/km. Over deze dames hoef ik mij geen zorgen te maken. Die lopen de Amsterdam marathon.

Drie bolletjes

Ze staken mooi af tegen het zwart van het vierkante bord. Drie bolletjes vanille ijs. De ruimte tussen de bolletjes was opgevuld met slagroom en er stond nog een schaaltje gesmolten chocolade naast om erover heen gegoten te worden. Mijn tafelgenoten waren even stil en toen vroeg er een “hoeveel kilometer ga je morgen lopen?”. Soms antwoord je dan te snel en denk je al terwijl je antwoord nog niet eens helemaal gegeven is van oeps, dit was misschien niet zo handig. Ik antwoordde vol overtuiging “voor elk bolletje 10 km, dus 30 km.”. “Ok” klonk het. Dit stond dus vast. 30 km dus.

Vanmorgen stond ik om 08:00 uur bij de ingang van de duinen voor mijn loop. De website Weeronline.nl voorspelde om 10:00 uur al 26 graden, dus ik had twee bidons van 500 ml blij me en ik zou elke 10 km langs een kraantje komen om ze opnieuw te vullen. Bij elkaar zou ik dan 3 liter water drinken. Dit moest naar mijn idee genoeg zijn.

De afgelopen twee weken had ik bijna niet hardgelopen. Ik was op vakantie in Zuid Engeland ( Salisbury ) en de kanaaleilanden Guernsey en Jersey . Meestal doe ik tijdens mijn vakantie s’ochtends korte loopjes. Daar is deze keer weinig van gekomen. De focus lag nu op wandelen. Vooral op Guernsey hebben we een paar mooie wandelingen gemaakt. We liepen over het cliffpath. Voor mijn doen zaten er een paar lange tussen. Zo liepen we een dag 15 km en de volgende dag 20 km. Nou is het cliffdpath niet vlak. Eigenlijk zit er geen valk stukje tussen, maar gaat het continue op en neer. Ook van traptreden zijn ze niet vies. Tijdens een etappe van zo’n 6 km ben ik ze eens gaan tellen en kwam op een totaal van 900 treden ( kan er een paar naast zitten ) . Kortom, van hardlopen is niets meer terecht gekomen, want s’morgens voelden mijn kuiten nog duidelijk de wandel inspanning van de vorige dag. Om een blessure te voorkomen besloot ik om ze niet nog eens met een extra hardlooptraining te belasten. Geen hardlopen dus , maar wel voldoende beweging.

De eerste 10 km gingen lekker. Misschien wel te lekker ( lees te snel ). De kilometers gingen regelmatig onder de 5:30 min/km. Kwam dit door de hardlooprust van de afgelopen 2 weken of door het wandelen? Ik weet het niet , maar voor ik het wist was ik bij het eerste kraantje. Mijn bidons had ik braaf leeggedronken en vulde ze weer bij. Tijdens de tweede 10 km voelde ik de warmte opkomen en wist ik eigenlijk al dat de eerste 10 te snel gegaan waren. Bij 20 km weer de bidons gevuld. De drie bolletjes ijs waren allang verbruikt. Zelfs als ik er tien had gekregen waren die voor mijn gevoel al verbruikt geweest. Snel even wat koolhydraten aanvullen en de laatste 10 weglopen. De temperatuur was naar onaangenaam opgelopen en de snelheid gedaald naar zo’n 6:00 min/km. Gelukkig was ik zo verstandig geweest om de route zo te plannen dat ik de laatste 5 km onder de bomen kon lopen en na 2:53 uur ( gemiddeld 5:45 min/km ) had ik de 30 km erop zitten.

Gelukkig staat er bij de “finish” een fonteintje waar ik met veel plezier een tijdje boven gehangen heb. Op het terras een glas cola gedronken en toen ik vrij snel daarna naar het toilet moest om te urineren, wist ik dat het met de vochtbalans goed zat.

Misschien vanmiddag nog wat bolletjes vanille ijs aanvullen.

Twijfel

Het was donker, windstil, de krekels waren in het park helemaal losgegaan en de warmte was nog volop als hittegolf aanwezig. De poes had zich net ook het balkon opgesleept en zich op de stoel tegenover mij omhooggetrokken en had zich laten vallen op het kussen en al en tijdje niet bewogen. Ik was op mijn iPad met een aantal mensen wordfeud aan het spelen toen mijn gedachten afdwaalden naar een appje dat ik had ontvangen. Het was van een loopmaatje. Of ik zondag zin had om een duurloop van 20 km mee te lopen. Nou ben ik altijd wel in voor een duurloop dus ik had gelijk een appje teruggestuurd , leuk, ik ben er, maar moest nu ik hier zo op mijn balkon zat toch aan de temperatuur denken. Het zal toch niet zo….. , nee het moest een keer afkoelen. Wat dus ook gebeurde.

Vanmorgen dus naar de duinen gegaan voor de 20 km. We zouden om 08:00 uur beginnen. Het was nog een beetje onduidelijk hoeveel loopmaatjes er mee zouden lopen, maar uiteindelijk waren we met z’n vieren. De temperatuur was prima. Er stond een licht windje en de zon was verscholen achter de wolken. Ideaal voor een 20 km duurloop. De drie loopmaatjes waren in voorbereiding op de Amsterdam marathon en net met hun schema begonnen. Hoewel het allen ervaren lopers zijn was er toch enige twijfel over deze 20 km. Hoe zou dat gaan, want ze hadden al in geen tijden de 20 km meer aangetikt. Al pratende over de twijfel , over het schema, over een duurloop verderop in het schema niet kunnen doen, liepen we de kilometers weg.

Na 9 km kwamen we bij het eerste kraantje, want bij het uitzetten van de route had ik toch in mijn achterhoofd gehad de temperatuur en de route zo gepland dat we langs twee kranen kwamen. De eerste 10 km zaten erop en iedereen voelde zich nog goed. Toen kwamen de verhalen dat je eigenlijk altijd meer kunt dan je denkt, ondersteunt uit ervaringen van eerdere marathons die ze gelopen hadden. Zo liepen we lekker door. Het was zeker geen makkelijke route. Afwisselend verhard, onverhard en menig onverhard pad was door de droogte zanderig geworden. Ook zaten er flink wat heuvels in, maar met mijn argument als ze dit parcours konden lopen ze in Amsterdam over het asfalt zouden vliegen begonnen we aan de laatste kilometers. Alle twijfel over het kunnen uitlopen van de 20 km was verdwenen. Ook het extra lusje waar nog een pittig stukje omhoog in zat werd zonder morren genomen. Nou ja, één loopmaatje had even een zetje in de rug nodig, maar toen de koffietafel in zicht was deed ze er een tandje bovenop en kwam als eerste aan. Je kunt meer dan je denkt

Ik moest tijdens het lopen denken aan het boek van Joris dan denBergh – Mysterieuze Krachten in de Sport. Vanmorgen heb ik daar weer een mooi voorbeeld van gezien.

Hoe oud ?

“Hoe oud?”. Ik had de vraag “Hoeveel?” verwacht, maar nee dus. Ik was een zuivelwinkel binnengelopen en werd aangesproken door een jongeman die mij vroeg of hij mij kon helpen. Ik vertelde hem dat ik een zakje geraspte oude kaas wilde en toen kwam dus de hoe oud vraag. Ik had er nooit bij stilgestaan dat er een verschil was in oud wat betreft kaas. De jongeman had dat snel door, pakte een stukje kaas en vroeg “zal ik deze voor u doen?”. Ik stemde gelijk in met zijn voorstel. Toen kwam natuurlijk nog de hoeveel vraag. Daar had ik ook niet bij stil gestaan en maakte met mijn handen een beetje onhandige beweging waarmee ik de grote van het zakje wilde aangeven. De jongeman keek mij nog een seconde of drie aan en zei toen ” ik ga wat voor u raspen” en een paar minuten later kwam hij terug met een zakje geraspte oude kaas.

Vanmorgen heb ik een lange duurloop gedaan. Nu hoor ik u gelijk denken “Hoe lang”. Een goede vraag die mij aan het denken zet. Is de afstand die ik heb gelopen lang genoeg om het een lange duurloop te noemen? Ondertussen heb ik begrepen dat als kaas 10 maanden gerijpt heeft dat het dan oude kaas mag heten. Dit is geen wettelijke regeling , maar een afspraak. Zouden we dan ook zoiets af kunnen spreken voor de duurloop, bijvoorbeeld dat het na 10 km een lange duurloop mag heten.

Het was heerlijk loopweer vanmorgen. Zon, een licht briesje en een graadje of 18. Ik had er al een leuk rondje opzitten en was op de terugweg. Ter hoogte van de Lage Kadijk kwam er een hardloper aan die een paar meter voor mij ook het weggetje langs de Molenplas op wilde. Dat is een vrij scherpe bocht en hij struikelde bijna. Ik maakte een opmerking en we raakten aan de praat. Hij vertelde me dat zijn huisarts vorig jaar hem het advies had gegeven om wat meer te bewegen en dat hij begin dit jaar was begonnen met hardlopen. In het begin was het lastig geweest om de discipline op te brengen, maar nu liep hij drie keer in de week en voelde zicht beter dan ooit. Vandaag liep hij een rondje van 7 kilometer en hij had nooit gedacht dat hij zo’n lange afstand kon hardlopen.

Na dit gesprek heb ik gelijk een streep gezet door de eerder genoemde 10 km en ook maar gelijk door het woord lang. Ik heb vanmorgen een duurloop gedaan van 15 km en ik laat het aan de lezer over of die daar een kwalificatie aan wil geven.

Hoe snel?