Naar Friesland

De kogel is door de kerk. Ik ga naar Friesland, en wel naar Leeuwarden. Op zaterdag 24 december wordt daar een marathon georganiseerd. De wintermarathon Leeuwarden . Vorige wek had ik nog het idee om de Spijkernisse marathon te gaan lopen, maar toen ik in de werkagenda keek kwam dat niet zo goed uit. Deze week wat rondgeneusd in de marathon kalender en kwam daar Leeuwarden tegen. Ik zag op hun website dat dit evenement voor het eerst georganiseerd wordt.

Dat het voor het eerst georganiseerd wordt maakt het voor beide partijen spannend, Voor de organisatie of er nies over het hoofd is gezien, hoe de deelnemers het vinden enz. Voor mij omdat mijn laatste marathon alweer 5 jaar geleden is geweest. Dit was de marathon van Köln (verslag lees je Hier ) In het verslag schrijf ik dat dat mijn laatste stadsmarathon zou zijn. Ik moet daar dus op terugkomen nu ik Leeuwarden ga doen. (Hoewel het parcours vrijwel geheel buiten de stad loopt ) Na de 100 Bruggenloop van drie weken geleden voel ik dat mijn lijf en hoofd smacht en schreeuwt naar een marathon. Ik heb er weer ongelooflijk veel zin in.

5 Jaar geleden had ik in Köln, mijn tigste marathon, het doel om dezelfde tijd te lopen als mijn eerste marathon 35 jaar daarvoor . Dat was in 1983 de marathon van Amersfoort en die liep ik in 3:33 uur. Dat doel heb ik toen gehaald, maar nu?

3:33 Lijkt mij geen realistische tijd, maar ik wil in tegenstelling tot de 100 bruggenloop wel een eindtijd als doel hebben. De reden daarvoor is dat ik denk dat uitlopen binnen 5 uur wat de organisatie als maximale tijd gesteld heeft geen probleem is. Daarnaast merk ik aan mijzelf dat ik het ook leuk vind om voor een tijd te gaan trainen. Vorige week liep ik voor mijzelf vrij gemakkelijk een halve marathon in 1:50 uur. De vraag is :”wat is nu een realistische tijd”?. Vroeger gebruikte ik de regel dat je de maximale haalbare marathon tijd kon berekenen met de formule twee keer je ( recente ) snelste halve marathontijd plus 10% . Als ik dat toe pas op mijn halve marathon tijd van twee week geleden, meenemend dat ik die makkelijk liep, dan moet 4:00 uur haalbaar zijn.

De volgende vraag is natuurlijk “hoe ga ik daar voor trainen”? Ik wil het niet volgens de gebruikelijke trainingsschema’s doen van een paar weken opbouw een week rust en zo verder. Ik wil iets anders proberen. Volgende week zal ik daar meer over vertellen.

Restart

Het was weer genieten deze week. De hardloopschoenen mochten weer aan om mijn rondje te lopen. Na 4 weken niet gelopen te hebben kon ik afgelopen maandag een restart maken. ik had er ongelooflijk veel zin in en moest uitkijken dat ik niet zoals een koe die na de hele winter op stal te hebben gestaan , de wei invliegt.

Ik moest van mijzelf dus rustig aan beginnen. Zou ik veel van mijn conditie ingeleverd hebben en hoe zouden mijn spieren zich houden en dan met name mijn kuitspieren, want als ik wel eens van een spier last heb dan is het mijn kuitspier. Dus beginnen in rollator tempo. Het was ook wel een goed moment om weer eens op hartslag te gaan lopen met behulp van mijn apple watch. Ik had voor nu als bovengrens een hartslag van 128 gesteld. Dat is 80% van mijn maximale hartslag. Ik had het vermoeden dat ik toch wel op mijn conditie ingeleverd had en al bij een rustige dribblepas hier op zou zitten. Schoenen aan en gaan.

Ik begon dus heel rustig en tot mijn toch wel enigszinse verbazing bleef mijn hartslag laag en hiermee bedoel ik rond de 115. Het was heerlijk loopweer en ik ging mijn vertrouwde rondje lopen van zo’n 7 km. Het was gewoon weer genieten. Ik voelde helemaal niet de behoefte om sneller te gaan. Ergens halverwege kwam ik een bekende tegen en ben even gestopt om een praatje te maken. Hij laat altijd twee hondjes uit daar in het park en het was hem opgevallen dat hij mij al een tijdje niet had gezien. Nadat we bijgepraat hadden vervolgden we beiden onze weg. Tegen het einde voelde ik even de verleiding om er een klein rondje aan te plakken omdat het zo goed ging, maar gelukkig was het verstand sterker dan de verleiding en ronde ik het af zoals ik van te voren bedacht had. Blij en voldaan stak ik 45 minuten later de sleutel in de deur van mijn appartement.

Na deze eerste loop heb ik deze week nog twee keer gelopen. De tweede keer ook zo rustig en de derde keer halverwege het tempo iets opgevoerd, waarbij de hartslag opliep naar 135. Komende week wil ik ook weer drie keer lopen . Twee keer rustig en één keer mag daar een licht versnelling inzitten. `ik heb er weer helemaal zin in. De restart is goed verlopen

Oh ja, door het traplopen heb ik een streep gezet. Hiermee bedoel ik niet het functionele traplopen omdat ik op een bepaalde verdieping moet zijn, maar het extra traplopen om mijn conditie op pijl te houden

100

Nog één keer de kuiten pesten. Het bordje van 10% helling zie ik al verschijnen. We hebben er al wat stijgingen opzitten en iedere keer denk ik dat het de laatste is, wat dan weer net niet het geval is. Echter één ding weet ik wel, dit is mijn laatste dagelijkse 6,6 km hardlooprondje. Nummer 100. Als ik straks aan de koffietafel zit heb ik er 100 dagen opzitten waarop ik elke dag 6,6 km heb hardgelopen.

Vanmorgen vroeg de hardloopspullen gepakt en op weg gegaan naar Station Overveen. Hier had ik met loopmaatjes afgesproken. Zij hadden het plan opgevat om met mijn laatste 6,6 km mee te lopen. Een aanbod dat ik met beide armen omarmde. Gisteravond nog even op afstandsmeten.nl gekeken naar een 6,6 km route en of het zo moest zijn, een rondje dat ik vroeger vaker liep was met een klein lusje eraan 6,6 km. Verdwalen kon dus niet. Het was ook een waardig laatste rondje, over het Kopje van Bloemendaal.

We begonnen heel rustig en dan bedoel ik ook heel rustig. Ik hoorde iemand zeggen, dit tempo is best moeilijk. Al gauw liepen drie van ons een stukje voor. Ik weet niet of het toeval was , maar het waren wel de drie vrouwen van het groepje. Langzaam ging het tempo iets omhoog, maar al snel zakte het ook weer af want we begonnen aan de klim van het kopje. Boven gekomen liepen we gezellig pratend door. Af en toe een stukje naar beneden en af en toe een stukje omhoog. Het tempo hielden we laag zodat iedereen mee kon blijven lopen. Na afloop bleek het gemiddelde tempo 8,5 km/uur te zijn.

Dan breekt toch een spannend moment aan, nog 600 meter. Elke 100 meter telden we af en de laatste 100 elke 10 meter. 6,6 km. Klaar. Een applaus van mijn loopmaatjes kwam over mij heen. Een high five mag nog niet , maar complimentjes en bedankjes wel. Die werden dan ook rijkelijk uitgedeeld. Ik ontving de complimentjes en ik bedankte mijn loopmaatjes voor deze mooie afsluitende dagelijkse 6,6 km loop.

Na afloop was er weer een gezellige koffietafel.

In de blog van volgende week ga ik terugkijken op deze 100 dagen. Voor nu iedereen bedankt die mij op social media heeft gevolgd en voor alle reacties die ik tijdens en vandaag na afloop van mijn hardlooprondje heb mogen ontvangen.

Hoe oud ?

“Hoe oud?”. Ik had de vraag “Hoeveel?” verwacht, maar nee dus. Ik was een zuivelwinkel binnengelopen en werd aangesproken door een jongeman die mij vroeg of hij mij kon helpen. Ik vertelde hem dat ik een zakje geraspte oude kaas wilde en toen kwam dus de hoe oud vraag. Ik had er nooit bij stilgestaan dat er een verschil was in oud wat betreft kaas. De jongeman had dat snel door, pakte een stukje kaas en vroeg “zal ik deze voor u doen?”. Ik stemde gelijk in met zijn voorstel. Toen kwam natuurlijk nog de hoeveel vraag. Daar had ik ook niet bij stil gestaan en maakte met mijn handen een beetje onhandige beweging waarmee ik de grote van het zakje wilde aangeven. De jongeman keek mij nog een seconde of drie aan en zei toen ” ik ga wat voor u raspen” en een paar minuten later kwam hij terug met een zakje geraspte oude kaas.

Vanmorgen heb ik een lange duurloop gedaan. Nu hoor ik u gelijk denken “Hoe lang”. Een goede vraag die mij aan het denken zet. Is de afstand die ik heb gelopen lang genoeg om het een lange duurloop te noemen? Ondertussen heb ik begrepen dat als kaas 10 maanden gerijpt heeft dat het dan oude kaas mag heten. Dit is geen wettelijke regeling , maar een afspraak. Zouden we dan ook zoiets af kunnen spreken voor de duurloop, bijvoorbeeld dat het na 10 km een lange duurloop mag heten.

Het was heerlijk loopweer vanmorgen. Zon, een licht briesje en een graadje of 18. Ik had er al een leuk rondje opzitten en was op de terugweg. Ter hoogte van de Lage Kadijk kwam er een hardloper aan die een paar meter voor mij ook het weggetje langs de Molenplas op wilde. Dat is een vrij scherpe bocht en hij struikelde bijna. Ik maakte een opmerking en we raakten aan de praat. Hij vertelde me dat zijn huisarts vorig jaar hem het advies had gegeven om wat meer te bewegen en dat hij begin dit jaar was begonnen met hardlopen. In het begin was het lastig geweest om de discipline op te brengen, maar nu liep hij drie keer in de week en voelde zicht beter dan ooit. Vandaag liep hij een rondje van 7 kilometer en hij had nooit gedacht dat hij zo’n lange afstand kon hardlopen.

Na dit gesprek heb ik gelijk een streep gezet door de eerder genoemde 10 km en ook maar gelijk door het woord lang. Ik heb vanmorgen een duurloop gedaan van 15 km en ik laat het aan de lezer over of die daar een kwalificatie aan wil geven.

Hoe snel?

Geen dag

Het was een druilerige dag en ik had een klote dag. Het was een dag waarvan je zou willen dat het geen dag was. Zo’n dag waarin alles mis gaat. Dingen gebeuren waarvan je niet wilt dat ze gebeuren en dan juist op die ene toch al druilerige dag. Verstandelijk kan ik tegen mijzelf zeggen van “accepteer het en leer ervan” , maar het lichaam reageert anders. Dat wil bewegen, rondlopen en ontladen.

Mijn voeten ramden het asfalt. Ik had een paar nieuwe oortjes gekocht. Deze zaten om je oren en konden volgens de beschrijving bijna onmogelijk uit je oren vallen. Ideaal dus voor hardlopen. Ze werden gelijk op de proef gesteld, want ik had Alice Cooper met Halo of flies opstaan en mijn lichaam wilde bewegen wat resulteerde in een tamelijk wilde loopbeweging. Met elke stap ramde ik een beetje negatief gevoel het asfalt in. Na ruim 8 minuten rammen, want zolang duurt het nummer , waren de negatieve gevoelens op en kon de opbouw weer beginnen. Ik ging rustiger lopen en de loopbeweging zag er weer verzorgder uit. Het hoofd was weer rustig . Langzaam ging het tempo omhoog. Ik nam de afslag naar het jaagpad en in plaats van dat mijn voeten de grond ramden tikten ze deze nu aan. Ik had het gevoel alsof ik over de het pad vloog. Soepel over de boomstronken heen, even inhouden voor een hond en weer verder. Bezweet, maar ook uitgerust kwam ik na 45 minuten weer thuis.

Hardlopen kun je om vele redenen doen. Voor mij was het nu om te ontladen en te reinigen van negatieve gevoelens.

Volgende week , een nieuwe week.

Walkman

Running up that Hill hoor ik uit mijn oortjes komen net voordat ik weer een heuvel op mag.

Het is zondag en dat betekend in de meeste gevallen een LSD run. Een rustige loop net iets langzamer dan mijn DL1. Het liefst doe ik die over onverharde paden en ga daarom de duinen in. Zoals gewoonlijk had ik voor vanmorgen geen vaste route in gedachten zodat ik, als de situatie er om vroeg, vrij was om daar gehoor aan te geven. Wel wilde ik graag wat heuveltjes meepikken, omdat ik dat gewoon prettig vind en dan vooral het omhoog lopen. Ik loop al zo’n 30 jaar in dit duingebied en ken de meeste paden wel zodat de heuveltjes vinden geen probleem is.

Sinds kort loop ik regelmatig met muziek. Ik gebruik hiervoor mijn iPhone. Heel vroeger ( in de vorige eeuw ) liep ik ook met muziek en had toen een walkman. De “oudjes” onder ons weten gelijk waar ik het over heb, maar nog even voor de “jonkies” . Een walkman is een draagbare cassette recorder die je aan je broek kon clippen. Een nadeel was dat het cassette bandje tijdens hardlopen in beweging kwam en er een bibberige stem uitkwamen alsof de artiest aan het zingen was terwijl hij/zij naakt in een koelcel stond. Tegenwoordig heb ik dus een iPhone en heb dankzij internet de beschikking over miljoenen nummers die haarzuiver uit mijn oortjes klinken. Vandaag had ik gekozen voor Kate Bush.

Vandaag dus een LSD run met muziek en de afstand die ik wilde lopen lag ergens tussen de 20 en 25 km. Het was fantastisch weer om het lopen. De snijdende koude wind van de afgelopen dagen was verdwenen en de vrieskou was ook uit de lucht. Gisteren had ik een rondje gelopen in DL1 tempo ( 11 km/uur ) en moest voor mijn gevoel al stevig inhouden om niet het hard te gaan. Dat werd vandaag dus dubbel de rem intrappen . Op het moment dat ik na zo’ n 3 km ( loop graag het eerste stuk vlak ) aan de eerste heuvel begon hoorde ik uit mijn oortjes ” Running up that Hill” komen. Mijn voet schoot van het rempedaal en ik vloog omhoog. Heerlijk. Gelukkig wist mijn voet al weer snel het rempedaal te vinden en heb ik een mooie loop gedaan van ruim 23 km met een gemiddelde snelheid van 10,1 km/uur.

Ongeveer

Afgelopen donderdag had ik zin in een intervaltraining. Ik heb geen schema en dus staat er niets in de weg om dit te doen. Eigenlijk loop ik gewoon waar ik op dat moment zin in heb, waarbij ik wel de belastbaarheid van mijn lichaam in de gaten hou. Een intervaltraining dus. Vroeger toen ik nog lid was van een atletiekvereniging en baantrainingen deed waren de korte interval mijn favoriet. 200tjes , 300tjes en 400tjes, daar deed je mij een plezier mee. Donderdag werd  het 15 x 200 m met 200 m dribbelpauze. Ik wist een mooi autovrij dijkweggetje, de Lage Kadijk, waar ik dit kon doen.

Het is ongeveer 2 km om hier te komen. Dit kon ik mooi gebruiken voor een warming up. Eerst ongeveer 1 km rustig inlopen. Dan wat rekken en weer ongeveer 1 km met daarin wat loopscholingsoefeningen en wat korte versnellingen van ongeveer 50 m aan het eind. Zo kwam ik bij de Lage Kadijk. Dit is een smalle weg voor voetgangers en fietsers tussen twee weilanden door. Het eerste stukje, ongeveer 20 m neem ik in de interval niet mee, omdat hier een oversteekplaats is voor koeien die met mij geen rekening houden als ze naar stal willen.  Na deze oversteek blijft er ongeveer 400m  over met na ongeveer 200m een dwarssloot die de ongeveer 400m dus ongeveer in tweeën splitst.  De training kon beginnen.

De wind stond gunstig. Ik had hem de eerste ongeveer 200m met aansluitend ongeveer 200m dribbelpauze mee. De tweede ongeveer 200m met ongeveer 200m dribbelpauze had ik de wind dus pal tegen. Dit maakte de training mooi gevarieerd. De langere pas met wind mee en de korte pas met wind tegen.  Tijd heb ik niet gemeten omdat het twee zulke verschillende ongeveer 200m waren en de wind zo wie zo een te grote rol zou spelen. Er stond een stier vlak langs het pad met rondom hem zijn harem. Ik geloof dat hij meer belangstelling had voor mij dan voor de dames rondom hem. Nadat ik al een keer of acht voorbij was gekomen was hij er maar bij gaan liggen, maar vanuit mijn ooghoeken zag ik zijn kop mij volgen . Gelukkig zat er een sloot tussen.  De laatste ongeveer 200m liep ik met de wind mee. Uitkijken dat ik er in mijn enthousiasme geen sprint van ging maken , want dan zal je net zien dat je je blessure krijgt. De training zat er bijna op, alleen nog de ongeveer 2 km terug naar huis lopen.

De training zat erop. Het was een lekkere training geweest. Volgende week misschien een 10 x ongeveer 400m doen.

overstekende koeien

Running drills

Vanmorgen had ik zin om eens een andere invulling te geven aan hardlopen en moest denken aan een onderdeel waaraan ik de laatste tijd weinig aandacht heb besteed, de loopscholing of running drills zoals ze in het Engels worden genoemd . Ik heb altijd wel een stapeltje “hoedjes” achter in de auto liggen waar ik gebruik van kan maken. Nu nog een vlak stukje van zo’n meter of 60 en de training kan beginnen.

Toen ik in begin jaren 80 lid was van av Hermes in Utrecht hadden we een vast riedeltje oefeningen met oa hakkenbillen, tripling, skipping, pendelpas en kaatsen. Deze oefeningen zijn altijd een rode draad gebleven . Ook gedurende de periode dat ik training gaf. Er zijn wel andere oefeningen bijgekomen of variaties bedacht op genoemde oefeningen. Die kwamen vaak weer voort uit cursussen die ik deed zoals poserunning, chirunning, knau cursussen enz. Hierover meer in een volgend blog. 

Ik had al gauw een vlak stukje gras gevonden en na wat losmakende oefeningen kon de training beginnen. Hoedjes neergelegd met een afstand van 2 1/2 voet die ik gebruik als hulpmiddel. (Misschien moet ik eens wat videofilmpjes van mijn oefeningen op de blog zetten). Ik begin altijd met een hakkenbillen en trippling omdat ik dat prettige oefeningen vind om in te komen. Daarna nog wat andere oefeningen gedaan . Er zijn er ook een paar die ik niet meer doe omdat ik ze te belastend vind en blessuregevoelig zoals loopsprongen, kaatsen en kikkersprongen. De training afgesloten met 5 versnellinsloopjes.  Deze training moet ik weer vaker gaan doen, want ik wel het idee dat ik er beter van ga lopen en hoop daardoor de blessurekans te verminderen. 

Tijdens deze training moest ik denken aan de jaren dat ik training gaf bij kav Holland in Haarlem.  Er waren een aantal lopers uit Mutare, een Afrikaanse zusterstad van Haarlem , op bezoek die mee zouden doen aan de trosloop. Er was aan mij gevraagd of ze een training mee mochten doen. Loopscholing en oefeningen hadden ze nooit gedaan. Er werd veel gelachen en gegrapt tijdens het eerste deel van de training door zowel de loopgroep als de Afrikanen, want coördinatie hadden ze  niet en het zag er lachwekkend uit. Anders werd het tijdens de kern van de training , want toen liepen , nee vlogen, ze ons voorbij op de baan.  Ik geloofde niet dat zij nog veel aan loopscholing hadden. Ik denk dat ik er wel baat bij heb, vind het leuk om te doen en het is een mooie variatie in mijn looptraining. 

Improviseren

Vanmorgen liep ik naar buiten voor mijn eerste vakantietraining. Op vakantie gaat de loopkleding mee, want er is altijd wel een mogelijkheid om te lopen. We zitten in een cottage in het graafschap Kent in Zuid Engeland. Zo’n fijn landelijk gelegen huisje met van die mooie Engelse landweggetjes erom heen. Dit zijn weggetjes van ongeveer landrover breedte met links en rechts een heg waar je, als je geluk hebt, net overheen kunt kijken. Elke 100 m heb je een bocht waarbij je maar hoopt dat er geen tegenligger aankomt. Je begrijpt al dat een duurloop over deze idyllische landweggetjes is niet echt een optie. 

Je moet niet te lang stil blijven staan bij de dingen die niet kunnen, maar kijken naar wat wel mogelijk is. Nou loopt er ook een public foothpath van een mijl van de cottage naar het dorp. Daar moesten toch mogelijkheden zijn voor wat interval werk. Op zoek naar het pad. In het struikgewas zag ik een opening, dit kon niet de benaming pad hebben maar omdat er niets anders was toch maar het struikgewas ingegaan. Na een paar meter begon het steeds meer op een pad te lijken. Omdat het maar een mijl lang was eerst een verkenningsloopje gedaan en inderdaad zag ik tal van mogelijkheden voor een fijne training. Er zaten wat vlakke stukken in, maar ook wat stijgingen of dalingen net je voorkeur heeft. Ik loop liever wat omhoog. 

Zo was er ook een mooi graspad van pak hem beet 150 m wat licht omhoog liep. Hier zou ik mijn training van vanmorgen doen. Het pad was redelijk effen dus ik durfde er wel wat versnellingen tegen aan te gooien. 10 moesten het er gaan worden met een rustige dribbel terug. Het tempo mocht pittig zijn , maar niet zo dat ik na 10 keer dood neer zou vallen. Nou wil het geval dat het pad wel eindigde bij een begraafplaats wat onbewust misschien wel een rol heeft gespeeld bij de keuze van mijn tempo. Al met al heb ik een heerlijke training gedaan en tevens nog meer trainings mogelijkheden gezien en ideeën opgedaan voor de rest van de week

Volgens mij zijn er altijd mogelijkheden om te gaan hardlopen. Je moet wat improviseren en soms wat trainingsdoelen opzij zetten, maar als je die hordes kunt nemen is er altijd hardloopplezier te beleven.

De eerste 10 langzame dagen

Werd ik toch bijna getackeld door een teckel.

Mijn Garmin forerunner 305 bleef maar boven de 10 km/uur aangeven, terwijl ik het gevoel had dat het een uur duurde voordat ik drie straatvegers verder was. Nou is mijn garmin wel enigszins gedateerd, enige tijd geleden reageerde iemand met de opmerking “vintage” , maar zoiets eenvoudigs als snelheid weergeven moest hij toch kunnen. Zou het komen dat ik onder wat dichte bomen liep of omdat het te bewolkt was. Had ik hem niet goed opgestart? Opeens merkte ik dat ik andere lopers voorbij ging. Ik liep gewoon te HARD. De enige goede oplossing was de rem intrappen. Net zolang dat er 9,0 op het schermpje verscheen. Oppassen dat ik niet ging sloffen, maar de hardlooptechniek vasthouden. Na enige tijd wist ik de rem moeiteloos te vinden, zo vaak moest ik hem intrappen. Op deze manier deed ik alsnog een soort van intervaltraining 😀 Maar dat was niet de bedoeling van deze maand. kortom, de eerste paar trainingen waren nogal chaotisch. Na een paar dagen kreeg ik het tempo te pakken en kon ik mooi zo rond de 9,5 km/uur lopen.

Gieteren stond er een rondje van 12 km op het programma. Dit programma bedenk ik trouwens pas vlak voordat  ik ga lopen en kan tijdens het lopen ook moeiteloos aangepast worden . Ik had de borstband uit de kast gehaald, omdat ik nieuwsgierig was met welke hartfrequentie ik nu liep. Heel rustig begonnen in een tempo dat de garmin later aangaf in 7,15 min/km. Ik had namelijk ontdekt dat het voor mij makkelijker is om heel langzaam te beginnen en dan geleidelijk naar het juiste tempo te gaan dan andersom. Nu is het zo zie zo verstandig om langzaam te beginnen, maar dat terzijde. Na zo’n 2 km was ik in mijn 9,5 km/uur flow gekomen . Eerlijkheidshalve moet ik wel vermelden dat ik met wind mee iets harder ging. Vlak voor ik weer terug was schoot er opeens een teckel uit een tuin en werd ik toch bijna getackeld door een teckel. Met een “soepel” hupje ging ik over hem heen wat mij een bewonderende blik van de teckel opleverde. Thuis gekomen gaf de garmin aan dat ik 12 km had gelopen met een gem. snelheid van 9,5 km/uur met een gem. hartfrequentie 113/min.

FullSizeRender