Leiden – Den Haag

Ik was ondertussen in Den Haag aangekomen en moest er even goed mijn aandacht bijhouden. Niet alleen vanwege de route, maar ook op de ondergrond waar ik op liep. Dat was een voetpad met nogal wat obstakels. Boomwortels hadden menig tegel omhoog gedrukt en als ik mijn voeten niet goed optilde kon ik zomaar op mijn snufferd liggen. Wat trouwens niet voor het eerst zou zijn. Met aandacht lopen dus en opeens was zij daar. Niet zo’n klein krielkipje maar een echte KIP. Vlak voor mijn voeten. Even snel zonder te kijken, want daar was geen tijd meer voor, de weg op was geen optie dus vol in de rem. De kip was ook behoorlijk geschrokken, we keken elkaar een fractie van een seconde recht In de ogen en toen fladderde zij op z’n kips terug de tuin in waar ze uit gekomen was. Bijna was ik getackeld door een kip wat ook wel weer een mooi verhaal geweest zou zijn.

Vanmorgen was ik opgestaan met het nummer Station To Station van David Bowie, want vandaag ging ik weer een duurloop doen van station naar station. Ik had gekozen om van station Leiden CS naar Den Haag CS te gaan via Katwijk en dan een stuk strand in de duurloop op te nemen. Ik had op de kaart een route uitgezocht die ik wilde gaan lopen en als ik het stuk naar Katwijk grotendeels het fietspad zou volgen kon er weinig misgaan. Ik loop niet met GPS, maar vraag als ik de weg even kwijt ben die aan iemand of loop een stukje mijn neus achterna tot ik iemand tegenkom die mij verder wijst. Ik vind dit niet vervelend, want het laat ook ruimte over voor verrassingen en ontmoet zo soms ook leuke mensen. Ik kan dit doen omdat ik geen schema heb waar ik op loop en dus ook geen vooraf bepaalde afstand of tijd. De snelheid is een rustig praat tempo.

Na negen kilometer kon ik het strand op. Het was een breed strand wat over het algemeen betekend dat het prettig lopen is. Soms vergis je je daarin en zak je toch nog een paar centimeter in het zand weg, maar vandaag was het goed loopzand. Het was druk op het strand, niet van hardlopers of wandelaars maar mountainbikers. Aan de nummers die zij op hun stuur hadden begreep ik al gauw dat dit een evenement betrof. Ik was dubbel zo blij met dit brede strand want naast dat het goed beloopbaar was , was er ook alle ruimte om ongestoord van onze sport te genieten. Ik van het hardlopen en zij van het mountainbiken. Af en toe liep het best wel gek, want omdat het zand hard was trokken de mountainbikes er met hun banden van die lange bandensporen in.

Op de kaart had ik gezien dat ik na zo’n 10 km strand en een klein stukje voor Scheveningen het strand af moest om dan door de duinen naar Den Haag te lopen en dan vrij snel en eenvoudig naar Station Den Haag CS kon lopen. Op de één of andere manier is het in het echt dan vaak toch iets ingewikkelder. Nou is dat misschien ook wel weer een beetje mijn eigen schuld, want zo was verleiding om door een park te lopen voor mij toch te groot in plaats van braaf langs het park te lopen en zo kwam ik weer op heel andere weg uit dan die ik op de kaart had gezien. Op een gegeven moment toch maar de weg gevraagd en nadat ik bijna door de kip was getackeld liep ik het centrum van Den Haag binnen en doemde opeens het torentje van de premier voor mij op. Dit punt herkende ik van vorige bezoeken en een paar minuten later stond ik voor Den Haag centraal station. Een afgezonderd hoekje uitgezocht om de droge kleding uit mijn rugzak aan te trekken en met een warme chocolademelk in de hand stapte ik de trein in terug naar Leiden. Het was weer een mooie loop.

Leiden-Delft

Ik stond op het punt van verrek toen achter mij de dame van de NS haar stem over station Leiden liet galmen. Ze had het over vertragingen, werkzaamheden en uitgevallen treinen. Oeps dat was ik even helemaal vergeten. Ik ging vandaag een duurloop doen van station Leiden naar station Delft met de bedoeling om daar de trein terug naar Leiden te nemen, maar ik was dus vergeten om in de app te kijken of en hoe de treinen rijden. Ik besloot niet te kijken en gewoon mijn voornemen uit te voeren en naar Delft te lopen. Wel iets om de volgende keer rekening mee te houden.

Ik had op de kaart, vond ik, een leuke route uitgekozen. Niet de kortste, maar wel een toeristische. Deze volgde helemaal het kanaal de Vliet tot aan Delft. Volgens de kaart heet het laatste stukje het Rijn-Schiekanaal. Lekker simpel voor de zondagmorgen. Ik hoefde niet na te denken, maar gewoon het water volgen. Een paar kilometer voor Delft wilde ik wel het water oversteken, omdat dat in Delft zelf lekker uitkwam om naar het station te lopen.

Over simpel gesproken. Ik moest tijdens mijn duurloop denken aan het eerste boek dat ik kocht over en marathonlopen. Dit was in 1983 en ik schafte het boek nog even snel aan omdat ik opeens het plan had opgevat om de marathon van Amersfoort te gaan lopen. Het boek waar ik het over heb is van Andy Friedberg en heet “Hoe loop ik mijn eerste marathon”. De kern van het boek is “hou het eenvoudig “ . Hij heeft het niet over interval trainingen of lopen in diverse zones. Dat kan interessant zijn als je al een aantal marathons heb gelopen, maar niet voor een beginnende marathonloper. Hij beschrijft in zijn boek een aantal schema’s waarbij je op tijd loopt en de afstand of snelheid is daarbij niet interessant. Ik denk dat het 40 jaar na dato nog steeds een boek is waar de beginnende marathonloper nog veel aan kan hebben

Ondertussen liep ik lekker met de wind schuin achter mij langs de Viet. Eigenlijk hou ik het ook nog eenvoudig. Ik kijk niet op mijn Applewatch hoe hard ik loop of in welke zone ik loop. Ik loop gewoon in een comfortabel tempo waarvan ik het idee heb dat ik dat voor de afstand van vandaag makkelijk volhoud. Na afloop kijk ik dan hoever en hoe snel ik gelopen heb. Ik realiseer mij dat dit voor een loper die meer ambities heeft voor het lopen van een marathon dan alleen maar uitlopen niet de juiste trainingsmethoden is, maar voor mij is het prima.

Leidschendam was ik gepasseerd en ik zag het bord Den Haag staan. Ik wist dat het niet zo lang meer duurde voordat ik bij het punt was waar ik de Vliet over wilde steken. Langzaam haalde ik een hardloopster in en vroeg haar of ze bekend was in de omgeving en dat was ze. We maakten een kort praatje en zij gaf me een tip welke brug ik het beste over kon steken. We zeiden elkaar gedag en ik liep langzaam van haar weg. Het loopt toch het lekkerst als je je eigen tempo kan lopen.

De getipte brug over gestoken en even later liep ik Delft in. Al gauw zag ik op de fietsbordjes van de anwb Centraal station staan. Ik had er weer een mooie duurloop op zitten. Een blik op mijn horloge vertelde me dat ik 23,5 km had gelopen in 2:17 uur met een gemiddelde snelheid van 5:50 min/km en een gem hf van 132.

Het station ingelopen en niets te merken van vertragingen of iets dergelijks. Droge bovenkleding aangetrokken die ik in mijn rugzakje had zitten. Een chocomelk gekocht en deze in de trein met meegebrachte broodjes jam tot mij genomen. Op naar de volgende stationsloop.

Station to station

Om kwart voor negen liep ik perron 1 van station Leiden centraal op. Het perron lag er nog verlaten bij. Aan het eind van het perron zag ik iemand lopen en er zat een oudere dame op een bankje met een rollator voor zich. Ik vroeg of ik haar moest helpen als ze de trein in wilde, maar dat was niet nodig, ze zat op iemand te wachten. De intercity stond al klaar. Deze had eindpunt Utrecht, maar dat was niet mijn eindpunt van deze dag. Mijn eindpunt vandaag was Alphen a/d Rijn, maar dat was ook weer het beginpunt.

Vandaag ben ik begonnen aan iets nieuws. Tot nu toe liep ik mijn duurlopen altijd in dezelfde omgeving. In Leiden of soms pakte ik de auto om naar de Amsterdamse Waterleidingduinen te rijden. Deze week moest ik denken aan de wandelingen die we vroeger wel eens deden. Dit waren uitgezette wandelingen van het ene ns station naar een ander. Als je iets kunt wandelen dan kun je het ook hardlopen. Dat laatste is precies wat ik wilde gaan doen. Hardlopen van station naar station. Ik stapte in de trein en om 08;53 uur vertrok hij naar mijn bestemming, Alphen a/d Rijn.

Na zo’n 4 km ging het mis. Ik had op de kaart een route gezien die ik wilde lopen en was daar nadat ik in Alphen was uitgestapt enthousiast aan begonnen. Het eerste stuk wilde ik de fietsroute Leiden volgen en zodra ik Alphen uit was zou ik de afslag nemen naar Hazerswoude-Rijndijk en dan zoveel mogelijk de Oude Rijn volgen naar Leiden. Ik liep in een comfortabel tempo en was in een soort van flow gekomen waarin je geen inspanning meer voelt, toen opeens de N11 voor mij opdoemde. Oeps, er was iets niet goed gegaan. Ik had de afslag Hazerswoude-Rijndijk gemist. Wat nu te doen, doorlopen of terug tot aan de gemiste afslag. Ik besloot gelijk voor het laatste. Er stond voor vandaag geen geplande afstand of snelheid in de agenda en ik had mij verheugd op het stuk langs de Oude Rijn.

Teruglopend liep ik nog een keer verkeerd, maar vond toen toch de afslag. Het stuk langs de Oude Rijn was inderdaad zoals ik verwacht had en was blij dat ik de keuze had gemaakt terug te gaan om dit pad te zoeken. Ik kwam weer in het flow tempo. Liep langs een rijtje vissers waarvan een aantal, die even rondkeken, mijn groet beantwoorden en een paar waarbij ik wijselijk mijn mond hield omdat die naar het mij leek in een beslissende fase van hun vangst zaten.

Opeens was ik Leiden binnen gelopen en kwam ik op bekend terrein. Nog even getwijfeld over hoe naar het station te lopen, maar omdat het zondagochtend was verwachtte ik niet veel mensen dus door het centrum naar het station gelopen. Op de stopknop van mijn Applewatch gedrukt en bleek ik ruim een halve marathon gelopen te hebben.

Ik kijk met veel plezier terug op deze hardlooptocht en moet denken aan Jan Knippenberg, een Nederlandse ultraloper. Volgens hem is lopen geen sport, maar een manier van reizen. Ik weet niet waar dit van station naar station lopen toe gaat leiden, maar deze eerste keer is mij goed bevallen en wordt zeker vervolgd.

Herstel

Hitte, regen, mist en dit weekend kou. Ik kan wat het weer betreft niet zeggen dat de voorbereiding op de wintermarathon Leeuwarden saai is. Dit geld ook voor het lopen. De afgelopen twee weekenden heb ik duurlopen gedaan van meer dan 30 km, respectievelijk 31 en 33 km, maar dit weekend voelde ik dat dat te ver zou zijn dus was het tijd voor een halve marathon afstand en die, dat dan weer wel, wat sneller.

De weekend duurloop doe ik in de Amsterdamse Waterleidingduinen en dan zoveel mogelijk over onverharde paden met lekker wat heuveltjes. Gisteren ben ik op een andere plek begonnen en kreeg zo in de laatste kilometer een paar pittige heuvels voor de kiezen. Voor zover ik weet hebben ze in Friesland veel water, maar moet je de heuvels zoeken. Kan het parcours kwa hoogteverschillen alleen maar meevallen. Zal je net zien dat ze die paar heuvels die er zijn in het parcours opgenomen hebben. Na een rustige eerste kilometer ben ik gaan versnellen tot ik een voor mij comfortabel snel tempo gevonden had en liep de 21 km in 1:49 uur. Helemaal tevreden De laatste paar honderd meter uitgewandeld naar de auto en naar huis voor een warme douche.

Zo’n training als gisteren en ook die van de vorige weekenden is behoorlijk belastend voor mijn lichaam en vraagt om herstel. Iedereen zal zijn eigen manier van herstel hebben, maar ik wil jullie graag laten kennismaken met mijn manier. Het herstel begint eigenlijk al tijdens de laatste paar honderd meter van de training. Daarin is het tempo een paar honderd meter voor het einde gezakt naar een heel rustige dribbel die overgaat in wandelen. Zo snel als kan trek ik na afloop droge en warme kleding aan en pak iets te drinken. Meestal is dat chocolademelk en dan de half volle. Magere is misschien beter vanwege het vetgehalte maar die vind ik minder lekker en het moet wel leuk blijven. Ik doe wat losmakende oefeningen zoals draaien met de heupen, de benen losschudden en ga naar huis. Rekoefeningen doe ik later thuis na het douchen. Dat is ook het moment om wat te gaan eten. Gisteren een schaaltje skyr, een banaan en twee krentenbollen

De dag na zo’n belastende training ga ik niet hardlopen, maar wandelen. Als ik ga hardlopen belast ik mijn gewrichten, speren enz. weer met een schokbelasting en het voelt voor mij niet goed om ze dat aan te doen. Door te wandelen vermijd ik dat, maar zorg ik er wel voor dat de doorbloeding van mijn spieren verbeterd en de aanvoer van zuurstof en afvoer van afvalstoffen bevorder. Eigenlijk een soort schoonspoelen van de spieren. De dag daarna mag ik weer een zeer rustig dribbelde doen mits ik geen pijn of stijfheid voel. In dat geval wordt het weer een wandeldag. Wat voor mij uit den boze is om pijnstillers te nemen om te kunnen hardlopen. Pijnstillers onderdrukken de pijnsignalen die mijn lichaam afgeeft met als gevolg dat ik over een grens heenga en alleen maar meer schade kan oplopen. Deze manier van herstel zorgt er bij mij mede voor dat ik nu al jaren vrij van blessures blijf.

Vandaag een wandeling gemaakt met onderweg een tussenstop voor de inwendige mens. Misschien niet helemaal de juiste herstelvoeding, maar wel lekker.

Even opzij gelegd

Vorige week moest ik mijn ruitenwissers op dubbele snelheid laten werken om enig zicht te hebben op de weg. Gisteren moest ik de mistlampen aandoen zodat andere weggebruikers mij zagen. Het lijkt erbij te horen in de voorbereiding op een marathon. Het weer. Zo kregen we in 2004 in voorbereiding op de Rotterdam marathon tijdens een lange duurloop over het strand een ware kogelregen van hagelstenen over ons heen waar geen hardloopkleding bescherming tegen bood. Later speelde in de voorbereiding op de Berlijn marathon de hitte een rol. Zo heeft elke marathon voorbereiding wel zijn weer verhaal.

Voor dit weekend stond eigenlijk een snellere halve marathon op het programma, maar ik had daar geen zin in. Ik had zin in een rustige lange duurloop. Eh, nu zal menigeen zeggen “een halve marathon is toch ook een lange duurloop” en dat klopt, maar ik heb het nu even over een 30 km duurloop. Met rustig bedoel ik in praattempo zonder te hijgen en dat tempo zal voor iedereen ook anders zijn. De vraag is nu of dit van invloed is op mijn marathon voorbereiding. Ik denk van niet. Ten eerste zijn het beide trainingen die in een marathonschema passen. Ten tweede gaat het mij niet om een tijd te lopen, 4 uur zou mooi zijn, maar is geen moeten en ten derde staat voor mij het plezier in de trainingen voorop. Voor een wedstrijdloper spelen misschien andere factoren een rol, maar ook dan denk ik dat het helemaal niet verkeerd is om eens tussendoor een andere weg te nemen. Ik had voor dit weekend het schema opzij gelegd

Rond kwart voor negen parkeerde ik mijn auto bij de Amsterdamse Waterleidingduinen. Mijn riem om gedaan met daarin twee halve literflessen vocht voor onderweg en ik kon vertrekken. Ik had een globale route in gedachten. Ik begon met een uurtje kriskras onverharde paden te nemen naar een andere ingang . Vandaar uit over een verhard fietspad echter het circuit van Zandvoort langs naar Bloeendaal aan Zee en daarna het stuk waar ik naar had uitgekeken. Het strand. Richting boulevard lopend zag ik al snel dat het laag water was en een mooi breed strand uitnodigend voor mij lag. Ik had verwacht dat gezien het mooie weer, de mist was volledig opgetrokken, druk zou zijn met wandelaars , maar dat bleek niet het geval te zijn. Eerst nog een kort stijl stukje mul zand naar beneden en toen lag er zo’n 7 km strand voor mij tot voorbij Zandvoort waar ik weer de duinen in zou gaan. Het was weer heerlijk om over het strand hard te lopen. Af en toe een stukje naar links of naar rechts om het hardere zand te zoeken De honden renden braaf achter de ballen aan die door hun baasjes werd weggeworpen en hadden geen belangstelling voor mijn kuiten. Ik passeerde een groep hardlopers die ik wat later achter mij aan hoorde komen. Hun trainer had waarschijnlijk de opdracht gegeven dat ze een tempo versnelling moesten doen totdat ze bij mij waren, want toen ze mij inhaalden keerden ze om. Al snel daarna zag ik de strandopgang die ik moest nemen om weer de duinen in te gaan. Deze strandopgang was ook zo’n lekkere kuitenbijter van 50 m mul zand. Aangemoedigd door een echtpaar wilde ik mij niet laten kennen en bleef een soort van hardlopen. Boven op de duin nog even achterom gekeken naar strand en zee en de laatste 7 km teruggelopen naar de parkeerplaats waar mijn auto stond.

Een mooie duurloop gedaan van 33 km met een gemiddelde snelheid van 10 km/uur. Volgende week pak ik het schema weer op, tenminste……

Niet verwacht

The Cure knalde mijn oor in en deden mijn trommelvliezen als een idioot trillen. Mijn Applewatch was helemaal opgeladen en mijn vinger ging naar de tekst hardlopen buiten dat op het scherm stond. Voelde ik daar wat van spanning in mijn lijf? Het ging eigenlijk nergens over wat ik zou gaan doen. Er hing niets van af en heel bijzonder was het ook niet. Maar toch. Het was vrijdagochtend en Robert Smith van The Cure zong “It’s Friday I’m in love”.

Ik was s’morgens in de auto gestapt en naar de Amsterdams Waterleidingduinen (AWD) gereden. Toen ik nog in Haarlem woonde ging ik daar vaak naar toe om een rondje te gaan hardlopen, maar sinds ik naar Leiden verhuist ben is het mij eigenlijk te ver, behalve vanmorgen dan. Twee weken geleden had ik de 100 bruggenloop in Leiden meegedaan. Een loop van 19 km door Leiden waarbij je over 100 verschillende bruggen ging. Vrijdagochtend wilde ik daar nog twee kilometer aan plakken en dus een halve marathon lopen. Ik had in het verleden voor mijzelf een halve marathon in de AWD uitgezet over onverharde paden met lekker veel kleine heuveltjes en die wilde ik gaan lopen.

De laatste keer dat ik een halve marathon had gelopen was anderhalf jaar geleden. Dat was de halve marathon van Leiden. Mijn doel vrijdagochtend was om deze halve te lopen in een tempo dt ik noem “op souplesse snel”. Dit betekend een tempo dat snel ( voor mijn kunnen ) mocht zijn, maar waarbij ik de looptechniek goed kon houden, niet ging hijgen en niet ging werken. Kortom ik mocht mij niet kapot lopen. Ik was heel benieuwd wat dat voor tijd op zou leveren.

De tijd begon te lopen en daar ging ik. De eerste kilometer mocht niet te snel gaan. Het was een soort inloop kilometer. Deze eerst km ging in 5:52 min en was toen ik later terug keek mijn langzaamste km. Alles zat mee, mijn benen voelden goed, kwam gelijk een paar herten tegen, een bekende loper die gedag zei en ook het weer was helemaal top. Over de route hoefde ik niet na te denken, want die had ik al vaak gelopen. Na zo’n 2,5 km schrok ik wel even, want daar stond een manshoog hek. Gelukkig was het geen gesloten hek maar kon ik er gewoon door. Het tempo was ondertussen naar kilometers rond de 5:20 min/km gegaan. Het was alweer een tijd geleden dat ik zo hard gelopen had. Op de eerste open vlakte voelde ik een meevaller. Ik had wind tegen, maar dit betekende dus dat ik hem op de terugweg mee had. De route die ik liep was in een 8 vorm. Ik had twee bidons van een halve liter water bij me en elke vierde km dronk ik daar een kwart van. Het ging helemaal goed.

Na 14 km zag ik dat de snelheid was opgelopen naar zo’n 5:04 min/km, maar omdat ik nog steeds makkelijk liep besloot ik geen gas terug te nemen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet verwacht had dat het zo goed zou gaan. Stiekem was ik al aan het rekenen geslagen en de uitkomst was dat ik als ik zo doorliep deze halve marathonafstand ruim binnen de twee uur zou lopen. Ik was ondertussen ook al mooi een soort van keerpunt voorbij en voelde regelmatig op de openen stukken dat ik de wind in de rug had. Geen harde wind, maar wel even lekker. Opeens was ik al bij een soort van markeerpunt. Dit was de plek waar ik vroeger, toen ik nog (marathon)trainingen gaf, de groep die ik trainde losliet. Ze mochten dan de laatste twee km versnellen als ze konden. Ik mocht van mijzelf ook los en leip de laatste twee km in een tempo onder de 5:00 min/km.

Na 21,1 km de tijd gestopt en zag 1:50:37 op het scherm staan. Dit was iets dat ik totaal niet verwacht had. Ik had al maanden niet in dit tempo gelopen. Wel veel gelopen, maar niet zo snel. Stiekem had ik vooraf gehoopt op een tijd net onder de 2 uur maar niet dit. Een paar honderd meter rustig uitgedribbeld en mijzelf daarna bij het restaurant dan bij de parkeerplaats was getrakteerd op een pannenkoek.

In mijn hoofd is zich na deze loop weer een nieuw loopdoel aan het ontwikkelen, maar daarover volgende week meer. Nu eerst nog nagenieten van deze ervaring.

Blessurevrij

Nog maar drie weken te gaan en dan is het alweer zo ver, de100 bruggeloop Leiden. De trainingen gaan uitermate goed. Bijna vanzelf zou ik zeggen. Het schema dat ik voor mijzelf gemaakt had met vier hardlooptrainingen in de week bevalt mij prima. Er zit dan voldoende rust in. De drie rustdagen heb ik als volgt gepland. Na de twee rustige duurlopen van rond de 8 km heb ik een rustdag. Na de snelle duurloop van rond de 8 km heb ik een rustdag en na de rustige lange duurloop die de laatste weken rond de 15 km is heb ik een rustdag. Misschien is dit allemaal aan de voorzichtige kant, maar ik ben nog steeds blessurevrij en dat was wel één van de doelstellingen bij aanvang van dit trainingsschema. Zoals ik al vaker in een blog heb verteld is de verleiding groot als het zo goed gaat om de trainingen te intensiveren. Ik heb daar één keer aan toegegeven door de door de weekse duurloop met één kilometer uit te breiden, maar dat ga ik geen tweede keer doen. Heel blijven staat in vette letters bovenaan. Ondertussen denk ik nu wel dat ik de 100 bruggen, van de loop die 19 kilometer lang is, goed overkom en heb er een groot vertrouwen in dat ik de finish ga halen, als ik maar blessurevrij blijf. Daarna kijken we wel weer verder.

Wat volgens mij ook een rol speelt in het blessurevrij blijven is mijn gewicht. Ik ben mijn levensstijl gaan veranderen en dan met name de voeding. Mijn gewicht is afgenomen ven 82 kg naar 75 kg. Deze afname komt niet alleen maar door mijn veranderde voedingspatroon, maar natuurlijk ook door de trainingen. Daarnaast ben ik meer gaan wandelen. Zo maak ik bijna elke dag na het avondeten een wandeling en loop ik regelmatig van huis naar werk en terug. Ik ben dus 7 kilo lichter en heb ergens gelezen dat tijdens hardlopen de kracht op je knieën en enkels bij elke pas zo’n drie keer je lichaamsgewicht is. 3 x 7 is 21 kg. Ja, ik weet dat je kracht niet in kilogrammen uitdrukt, maar dit om het even eenvoudig te houden. Kijkende naar mijn doordeweekse trainingen van 8 km waarin ik zo’n 7000 passen per training maak, zullen mijn gewrichten heel blij zijn met deze gewichtsvermindering. Die gewichtsvermindering moet natuurlijk ook weer niet doorschieten zodat ik geen energie meer heb om te gaan hardlopen en daardoor juist een blessure krijg. Dit blijft dus een punt van aandacht. Voor de liefhebbers van getallen, mijn bmi is nu 21,9 en mijn vetpercentage 19,5. Dit bij een lente van 1,85 m.

Voor vanmorgen stond er een duurloop van 15 km op het programma. De lange duurloop gaat in een rustig tempo en dat betekend voor mij op z0’n 70% van mijn maximale hartfrequentie. Die heb ik voor het gemak even op 220 – mijn leeftijd (61) genomen wat voor de rustige lange duurloop neerkomt op een hf van rond de 111. Dit is vanmorgen weer prima gelukt met een hf van gemiddeld 108.

Nog drie weken te gaan en dan sta ik aan de start an de 100 bruggenloop Leiden. Ga ik daarvoor de trainingen nog afbouwen? Daarover volgende wek meer.

Hoe oud ?

“Hoe oud?”. Ik had de vraag “Hoeveel?” verwacht, maar nee dus. Ik was een zuivelwinkel binnengelopen en werd aangesproken door een jongeman die mij vroeg of hij mij kon helpen. Ik vertelde hem dat ik een zakje geraspte oude kaas wilde en toen kwam dus de hoe oud vraag. Ik had er nooit bij stilgestaan dat er een verschil was in oud wat betreft kaas. De jongeman had dat snel door, pakte een stukje kaas en vroeg “zal ik deze voor u doen?”. Ik stemde gelijk in met zijn voorstel. Toen kwam natuurlijk nog de hoeveel vraag. Daar had ik ook niet bij stil gestaan en maakte met mijn handen een beetje onhandige beweging waarmee ik de grote van het zakje wilde aangeven. De jongeman keek mij nog een seconde of drie aan en zei toen ” ik ga wat voor u raspen” en een paar minuten later kwam hij terug met een zakje geraspte oude kaas.

Vanmorgen heb ik een lange duurloop gedaan. Nu hoor ik u gelijk denken “Hoe lang”. Een goede vraag die mij aan het denken zet. Is de afstand die ik heb gelopen lang genoeg om het een lange duurloop te noemen? Ondertussen heb ik begrepen dat als kaas 10 maanden gerijpt heeft dat het dan oude kaas mag heten. Dit is geen wettelijke regeling , maar een afspraak. Zouden we dan ook zoiets af kunnen spreken voor de duurloop, bijvoorbeeld dat het na 10 km een lange duurloop mag heten.

Het was heerlijk loopweer vanmorgen. Zon, een licht briesje en een graadje of 18. Ik had er al een leuk rondje opzitten en was op de terugweg. Ter hoogte van de Lage Kadijk kwam er een hardloper aan die een paar meter voor mij ook het weggetje langs de Molenplas op wilde. Dat is een vrij scherpe bocht en hij struikelde bijna. Ik maakte een opmerking en we raakten aan de praat. Hij vertelde me dat zijn huisarts vorig jaar hem het advies had gegeven om wat meer te bewegen en dat hij begin dit jaar was begonnen met hardlopen. In het begin was het lastig geweest om de discipline op te brengen, maar nu liep hij drie keer in de week en voelde zicht beter dan ooit. Vandaag liep hij een rondje van 7 kilometer en hij had nooit gedacht dat hij zo’n lange afstand kon hardlopen.

Na dit gesprek heb ik gelijk een streep gezet door de eerder genoemde 10 km en ook maar gelijk door het woord lang. Ik heb vanmorgen een duurloop gedaan van 15 km en ik laat het aan de lezer over of die daar een kwalificatie aan wil geven.

Hoe snel?

Marathonfit

“Ik wil dan graag marathonfit zijn” zei één van mijn loopmaatjes enige tijd geleden aan de koffietafel na een duintraining. Een ander loopmaatje keek vragend naar hem op “Wat bedoel je?” Hij had in het najaar een reisje met loopmaatjes gepland naar de Alpen om daar een marathon te gaan lopen. Dit ging niet door, maar hij wilde wel trainen alsof hij de marathon dan ging lopen. Mocht er zich nog een marathon aandienen dan was hij er klaar voor om die te gaan lopen. Hij was dan marathonfit.

Eigenlijk best een leuk idee. Voor iets gaan trainen dat je niet gaat doen, maar als dat iets zich aandient je er wel aan mee kan doen.

Ik weet dat als ik voor een marathon of een andere lange afstand aan het trainen ben ik mij altijd fit voel. Niet alleen mijn lijf voelt sterker, maar ook mentaal kan ik meer aan. Daarnaast blijf ik lekker op gewicht. Lekker omdat ik dan, ik ben toch al geen zwaargewicht, alles kan eten wat ik lekker vind. Een ander positief punt is dat ik dan ook vaak buiten ben. In plaats van op de bank te gaan liggen netflixen trek ik mijn loopschoenen aan en ga een stukje hardlopen. Nou moet je misschien weten dat als ik voor een marathon aan het trainen ben ik minimaal 4 keer in de week loop en vaak 5 keer, waarvan één keer een lange duurloop. Met lang bedoel ik dan minimaal 20 km. Nu ik dit zo opschrijf realiseer ik mij hoe fijn het is om voor marathonfit te trainen en en te blijven. Ik ga voor marathonfit.

Ik was bijna bij een keuze moment aangekomen. Afslaan en terug of rechtdoor wat inhield dat ik zeker 10 km langer moest lopen. Ik moest denken aan een paar minuten terug toen ik luisterde naar het nummer Take the Long Way Home van Supertramp. Eigenlijk had ik helemaal nog geen zin om terug te lopen. De benen voelden goed vanmorgen, het weer was goed en er was tijd genoeg om een stukje verder te lopen. Rechtdoor dus. Onderweg kon ik een paar keer niet de verleiding weerstaan om een lusje erbij te lopen, omdat juist die lusjes zo leuk zijn. Terug zag ik dat de teller 30,5 km aangaf. Op weg naar marathonfit.

Saai

De lucht is egaal grijs en er valt water uit waar geen kleur in zit. Saai weer dus. Het is zondagmorgen, duurloopmorgen. Ik heb voor vandaag geen spannende training in gedachten. Die spannende trainingen heb ik afgelopen week al gedaan. Vandaag wordt een gewone duurloop. Een beetje saai dat wel. De route die ik ga lopen is niets bijzonders. Ik heb hem al zo vaak gelopen dat ik hem ook zonder mijn lenzen in zou kunnen doen. Nou moet je weten dat ik zonder mijn lenzen pas en boomstronk op het pad zie als ik er al over gestruikeld ben. Saai weer. Saaie route. Eigenlijk is het dus een duurloop van niks.

Als ik begin, begint het ook gelijk harder te regenen. Het is nog opvallend rustig. Op de parkeerplaats stond slechts één auto. Misschien dat het straks nog drukker wordt als de lopers ontwaakt zijn en horen dat de CPC loop vandaag niet doorgaat. Even later als ik op een open stuk ben merk ik dat het begint te waaien. De route die ik loop is een acht en even is daar de verleiding om vlak voor ik aan de tweede lus begin af te slaan en terug te lopen naar het begin, maar ik doe het niet. Ondertussen zingt Morrissey , zanger van the Smiths, ” Will nature make a man of me yet” Op de één of andere manier vond ik The Smiths wel passen bij deze loop met hun melancholische maar ook geestige teksten.

Mijn kleding was ondertussen wel doornat geworden en ik voelde een paar druppels al pogingen ondernemen zich van mijn shirt los te maken om zich dan langs mijn ruggengraat langzaam naar beneden te laten glijden naar mijn bilspleet. Terwijl ik dit gewaar werd zag ik in de verte een hert met vol gewei midden op het pad staan. Werd het dan toch nog spannend. Nee, want toen ik hem naderde liep hij in een soort van verveelde draf van het pad weg en lag er weer een saai lang rechtstuk voor mij.

Eigenlijk liep ik helemaal niet verkeerd. Had een heerlijk rustig tempo. Een rustig ademhaling. Was niet moe. Geen zware benen. Een mooie rustige hartslag. Allemaal top, maar wel een beetje saai. Volgende week maar eens een spannende duurloop doen.