Leiden – Den Haag

Ik was ondertussen in Den Haag aangekomen en moest er even goed mijn aandacht bijhouden. Niet alleen vanwege de route, maar ook op de ondergrond waar ik op liep. Dat was een voetpad met nogal wat obstakels. Boomwortels hadden menig tegel omhoog gedrukt en als ik mijn voeten niet goed optilde kon ik zomaar op mijn snufferd liggen. Wat trouwens niet voor het eerst zou zijn. Met aandacht lopen dus en opeens was zij daar. Niet zo’n klein krielkipje maar een echte KIP. Vlak voor mijn voeten. Even snel zonder te kijken, want daar was geen tijd meer voor, de weg op was geen optie dus vol in de rem. De kip was ook behoorlijk geschrokken, we keken elkaar een fractie van een seconde recht In de ogen en toen fladderde zij op z’n kips terug de tuin in waar ze uit gekomen was. Bijna was ik getackeld door een kip wat ook wel weer een mooi verhaal geweest zou zijn.

Vanmorgen was ik opgestaan met het nummer Station To Station van David Bowie, want vandaag ging ik weer een duurloop doen van station naar station. Ik had gekozen om van station Leiden CS naar Den Haag CS te gaan via Katwijk en dan een stuk strand in de duurloop op te nemen. Ik had op de kaart een route uitgezocht die ik wilde gaan lopen en als ik het stuk naar Katwijk grotendeels het fietspad zou volgen kon er weinig misgaan. Ik loop niet met GPS, maar vraag als ik de weg even kwijt ben die aan iemand of loop een stukje mijn neus achterna tot ik iemand tegenkom die mij verder wijst. Ik vind dit niet vervelend, want het laat ook ruimte over voor verrassingen en ontmoet zo soms ook leuke mensen. Ik kan dit doen omdat ik geen schema heb waar ik op loop en dus ook geen vooraf bepaalde afstand of tijd. De snelheid is een rustig praat tempo.

Na negen kilometer kon ik het strand op. Het was een breed strand wat over het algemeen betekend dat het prettig lopen is. Soms vergis je je daarin en zak je toch nog een paar centimeter in het zand weg, maar vandaag was het goed loopzand. Het was druk op het strand, niet van hardlopers of wandelaars maar mountainbikers. Aan de nummers die zij op hun stuur hadden begreep ik al gauw dat dit een evenement betrof. Ik was dubbel zo blij met dit brede strand want naast dat het goed beloopbaar was , was er ook alle ruimte om ongestoord van onze sport te genieten. Ik van het hardlopen en zij van het mountainbiken. Af en toe liep het best wel gek, want omdat het zand hard was trokken de mountainbikes er met hun banden van die lange bandensporen in.

Op de kaart had ik gezien dat ik na zo’n 10 km strand en een klein stukje voor Scheveningen het strand af moest om dan door de duinen naar Den Haag te lopen en dan vrij snel en eenvoudig naar Station Den Haag CS kon lopen. Op de één of andere manier is het in het echt dan vaak toch iets ingewikkelder. Nou is dat misschien ook wel weer een beetje mijn eigen schuld, want zo was verleiding om door een park te lopen voor mij toch te groot in plaats van braaf langs het park te lopen en zo kwam ik weer op heel andere weg uit dan die ik op de kaart had gezien. Op een gegeven moment toch maar de weg gevraagd en nadat ik bijna door de kip was getackeld liep ik het centrum van Den Haag binnen en doemde opeens het torentje van de premier voor mij op. Dit punt herkende ik van vorige bezoeken en een paar minuten later stond ik voor Den Haag centraal station. Een afgezonderd hoekje uitgezocht om de droge kleding uit mijn rugzak aan te trekken en met een warme chocolademelk in de hand stapte ik de trein in terug naar Leiden. Het was weer een mooie loop.

Gewicht

Vanmorgen begonnen met de lange duurloop wat serieuzer aan te pakken. Ik heb het over de voeding. De duurloop is nog niet zo lang dat ik eten en drinken voor onderweg mee hoef te nemen, maar iets eten vooraf lijkt mij zinvol. Dus vanmorgen een uur voor ik aan de duurloop begon een licht ontbijt genomen. Een American pancake met bosvruchtenjam, stukjes meloen en twee glazen thee. Ten eerste vind ik dit lekker en ten tweede had ik niet het idee dat dit ontbijt mij zwaar op de maag zou liggen en ik daar tijdens het lopen last van zou hebben. De duurloop die ik vandaag in de planning had was rond de 11 km lang.

Terwijl ik dit schrijf moet ik terugdenken aan mijn ontbijt dat ik in het verleden altijd nam op de dag van de marathon. Het was geen ontbijt dat je in een boek over sportvoeding tegenkomt, maar ik liep er goed op. Zo ook in 2005 toen ik de marathon van Berlijn liep. Ik begon drie uur voor de start met 5 sneetjes fries suikerbrood met roomboter, twee glazen thee en een koffie. Dat laatste omdat ik dan wist dat ik ruim voor de start naar de wc kon voor ontlasting. Twee uur voor de start begon ik aan een liter coca cola die ik de avond ervoor had opengezet zodat er geen koolzuur meer in zat. Een uur voor der start van de marathon moest de cola er in zitten. Als laatste nam ik een half uur voor de start nog een halve liter water . Ik wist dat ik dan ongeveer een half uur na de start een plaspauze moest nemen, maar dat vond ik niet erg. Ik liep die marathon toen in een mooie 2:49 uur.

Nu denk je misschien van hij rommelt maar wat wat aan met zijn voeding, maar dat is zeker niet het geval. Ik ben altijd bewust met voeding bezig geweest, maar ik hield wel van koeken en gebak. Sinds zo’n 6 weken hebi ik mijn voedingspatroon veranderd en is het ontbijt een belangrijke maaltijd geworden. Dit betekend een uitgebreid ontbijt waar ik de tijd voor neem. Ook de lunch is een redelijke maaltijd en de avondmaaltijd is kleiner geworden. Door het ontbijt en de lunch heb ik geen behoefte meer aan tussendoortjes. Ik ben in die 6 weken 4 kilo afgevallen. Dit komt natuurlijk niet allen door de voeding maar ook door beweging. Ik wandel dagelijks en loop vier keer in de week hard in voorbereiding op de 100bruggenloop. Ik begon dus vanmorgen 4 kilo lichter aan mijn duurloop.

Bij aanvang regende het licht. Zo’n miezerig regentje waar ik als fietser een hekel aan heb, maar als hardloper best wel prettig vindt. Sommigen zeggen dat er dan meer zuurstof in de lucht zit, wat volgens mij onzin is want er zit niet opeens 23% zuurstof in de lucht in plaats van 21%, maar op de één of andere manier voelt het wel fijn. Ik liep lekker. Zat ik een rustig comfortabel tempo en de hartslag was ook helemaal prima. Ik moest denken aan die vier kilo. Stel je voor dat ik nu een rugzakje om had met 4 pakken suiker erin. Dat zou toch heel anders lopen. De belasting op mijn gewrichten zou een stuk groter zijn. Afvallen is dus ook blessure preventief. Er komt natuurlijk een moment dat mijn gewicht zover daalt dat ik energietekort krijg en niet meer lekker loop. Een soort gewicht prestatie omslagpunt. Ik heb niet de behoefte om dat punt op te gaan zoeken, maar probeer rond mijn huidige gewicht te blijven. Ondertussen was het droog geworden en zag ik, toen ik weer bij de voordeur stond dat ik 11,2 km gelopen had met een gemiddelde hartslag van 115. Hellemaal tevreden naar binnen gegaan en voor een tweede ontbijt. Croissantjes met kaas en een cappuccino .

Komende week wordt weer een rustweek wat inhoud dat ik de snellere training schrap en dus drie trainingen overhoudt. Dit komt goed uit , want ik ben de komende week op vakantie. Die vier kilo gewichtsverlies maakt niet alleen dat ik lichter loop , maar ook lekker strak de vakantie in ga. Tot volgende week..

Verslaving

Ik had er eigenlijk geen zin in, maar ik moest wel. Het resultaat van de actie lag verfrommeld op tafel. Ik had de verleiding niet kunnen weerstaan om hem definitief weg te leggen, maar steeds binnen een soort van handbereik te houden. Ik heb het hier over een reep chocolade die ik onderweg naar huis had gekocht. Dit was eigenlijk niet de bedoeling, maar zo’n reep die roept je als je er voorbij loop. Zo’n noodkreet die je niet kunt weerstaan. Neem me mee! Het gevolg was dat ik de hele middag iedere keer een stukje afbrak om op mijn tong te laten smelten en ik aan het eind van de middag met een misselijk gevoel achter mijn laptop zat. De enige remedie om van deze misselijkheid af te komen was een stukje hardlopen. Ik had er eigenlijk geen zin in, maar ik moest wel.

De regen was net gestopt en een snelle blik op buienradar vertelde me dat het droog zou blijven. De hardloopschoenen aan en de deur uit. Het begon al wat te schemeren, maar de route die ik zou lopen ging geheel over het voetpad, wat ook weer niet geheel zonder risico is. Ik sprak vandaag iemand die in het donker over een stoeptegel was gestruikeld, plat was gegaan en daar een ruim gekleurd oog aan had overgehouden. De chocoladeberg in mijn maag adviseerde mij om rustig te beginnen en dat kwam dus eigenlijk best goed uit. Had ik alle tijd om op de opstaande stoeptegels te letten. Dat ik in de eerste drie kilometer drie stoplichten had waar ik voor rood moest stoppen deerden mij ook niet. kon ik mooi even wat rekoefeningen doen en een praatje maken met een oudere dame die met haar twee poedeltjes naast mij stond te wachten.

Opeens voel je het dan. Na zo’n 4 km merkte ik dat ik ongemerkt wat harder was gaan lopen. Ik voelde mij goed. Het misselijke gevoel was verdwenen en had bijna plaatsgemaakt voor een euforisch gevoel. Alsof ik weer de hele wereld aankon. Ik deed nog een paar versnellingen en liep een stukje met een fietser mee die mij aanmoedigde. Ik realiseerde mij wel dat ik niet te gek moest doen, want mijn kuiten hadden al een tijdje dit tempo niet gedaan. De laatste kilometer liep ik met een brede glimlach op mijn gezicht langs de singel naar huis,

Vandaag de gevolgen van de ene verslaving verholpen met een andere verslaving.

Zondagsloop

Het is donker. Het regent. Het waait. Het is zondagmorgen. Tijd om mij klaar te maken voor de zondagsloop. Het is niet altijd een zondagsloop geweest. In het begin was het een zaterdagsloop. Ik heb het hier over 1987. Elke zaterdagmorgen gingen we naar de Amsterdamse Waterleiding Duinen (AWD) om te gaan hardlopen. Na een aantal jaren is dit verplaatst naar de zondagmorgen. De reden waarom weet ik niet meer. Sindsdien is het een zondagsloop gebleven. Zo ook vandaag. Gisteravond was er nog app verkeer over wie er ging, hoe laat enz. Het werd 09:00 uur.

Het was half negen en ik stapte op mijn fiets. Ik zou het in 20 minuten kunnen fietsen, maar omdat ik gezien had dat ik een stevige wind tegen had gecombineerd met regen nam ik wat ruimer de tijd. Bij aankomst waren zich al vier loopmaatjes aan het omkleden. Vier dames. Waar zijn de heren vraagt u zich misschien af. Ik ook, Terugdenkend aan het app verkeer van gisteravond waren er ook geen appjes voorbij gekomen van de heren. ( misschien dat die na dit blogje nog komen )

Afijn , op stap met vier dames. Ze wilden graag rondje van zo’n 10 km lopen. Ik wist er wel één. Het was trouwens ondertussen droog geworden. Één van de dames sprak haar zorgen uit over het te lopen tempo, want langzaam was het motto en ze was bang dat het te snel zou gaan. Ik sprak uit dat het aan mij niet zou liggen en zo vertrokken we. U begrijpt het misschien al. Na 200 m moest ik mijn eerste tempoversnelling inzetten om ze bij te houden.

De afgelopen week had ik niet hard gelopen. De week ervoor had ik de griep gehad en ik wilde mijn lichaam daarna , naast mijn werk, niet extra belasten. Aan de andere kant wilde ook wel naar buiten en had een mooi compromis bedacht, ik ging wandelen. Zo heb ik dagelijks een wandeling gemaakt van het station naar bestemming. Meestal was dat een uur wandelen naar huis, maar ook een keer naar van A’dam centraal naar de Melkweg om naar een concert van The Stranglers te gaan. Zo was ik toch elke dag een uurtje buiten en in beweging.

Ondertussen liep ik met de dames door de duinen. We hadden een lekker tempo gevonden, waarbij de dame die zich zorgde maakte over het tempo voorop liep. Het toeval wilde , nou ja toeval, dat we het tweede gedeelte een stuk open gebied hadden met de wind vol op de kop. De beloning lag dan wel in de laatste drie km met de wind in de rug. Nog een flink buitje en de meetapparatuur kon gestopt worden. 10,5 km. Een high five en daarna aan de koffie. Het was weer gezellig.

Ik heb lekker gelopen. Voelde mij na afloop niet vermoeid. De herstelperiode is voorbij. Komende week weer fijn een paar rondjes hardlopen.

Hoe ver ?

this is the longest certified footrace in the world” lees ik op de website die ik bezoek nadat ik dit filmpje ben tegengekomen op you tube. Ik heb het hier over de Self-Transcendence 3100 Mile Race. Een hardloopwedstrijd over 3100 mijl (bijna 5000 km) in New York. Er is ook een tijdslimiet. Je mag er 52 dagen over doen, waarbij je dagelijks tussen 06:00 en 24:00 uur loopt. Een rekensom verteld je dan dat je gemiddeld 96 km per dag moet lopen. 52 dagen achter elkaar. Dit jaar kwam de eerste na 48 dagen over de finishlijn.

Vanmorgen een sukkeldraf loopje gedaan in de duinen. Het was heerlijk weer, maar omdat ik in een laag tempo liep had ik toch wat meer lagen kleding aangetrokken. Waar heb ik het over als ik over een laag tempo praat? Hiermee bedoel ik een tempo dat hoort bij een hartfrequentie (HF) van rond de 70% van mijn maximale HF. In mijn geval betekend dat een HF van rond de 116 / min. Na afloop zie ik dan wel welke snelheid daar bij hoorde op dat moment. Ik heb gemerkt dat hier best nog wat variatie in kan zitten, bijv door het tijdstip van de dag, of ik een drukke dag heb gehad enz. Vandaag hoorde hier een snelheid blij van 9,2 km/uur.

Een sukkeldraf biedt je de mogelijkheid om eens rustig rond te kijken. Dit is mooi meegenomen als je , zoals ik vanmorgen in de duinen liep. Zo had ik tijd om een roofvogel die over kwam vliegen wat langer te bekijken. Je kunt natuurlijk zeggen “je kunt toch ook even stoppen” , maar om de één of andere reden doe je dat niet als je met een tempoloop bezig bent. Daarnaast kun je als je met loopmaatjes loopt makkelijker een gesprek aangaan zonder dat hijgend te moeten onderbreken. Er zit echter ook een valkuil in de sukkeldraf, namelijk dat je gaat sloffen wat blessures kan opleveren. Je moet alert blijven op je loophouding en techniek.

Nu is mijn vraag; “Hoever kan ik in een sukkeldraf lopen?”. Vanmorgen heb ik 13 km gelopen. Ik was niet moe en niet bezweet. Mijn gemiddelde HF was 115 . Stel dat ik wat eten en drinken meeneem, of geld om onderweg wat te kopen, waar ligt dan mijn grens. Dit is een mooi iets om de komende maanden uit te zoeken. Door de weeks tempo trainingen en in het weekend de sukkeldraf.

Ik kon het niet laten en heb een boek gekocht over de Self-Transcendence 3100 Mile Race. Over twee jaar ben ik 60, misschien……….. . Dromen.

Topsporters

Thuis lopen een paar katten rond. Nou ja lopen? Ze slepen zich voornamelijk door het huis en dan van slaapplek naar etensbak en terug en op de terugweg storten ze soms ook alweer neer alvorens ze hun slaapplek bereiken. Je kunt immers overal slapen. Het liefst slapen ze op een plek waar jij dan graag zit of op een plek waar je iedere keer langskomt, zodat je over ze heen moet stappen. Komen ze verder dan helemaal niet in beweging? Oh jawel. Hun “training” is van 04:30 uur tot 06:00 uur en laat hun favoriete rondje nu juist door de slaapkamer gaan onder het bed door en via de badkamer door de hal weer terug de slaapkamer in. Samengevat bestaat hun daginvulling uit slapen , eten en even trainen. Ik herinner me nog een uitspraak van Lornah Kiplagat dat haar dag bestond uit 16 uur rust , eten en trainen. Ook andere topsporters heb ik gehoord over deze dagindeling . Eigenlijk heb ik thuis een paar topsporters en moet ik niet klagen maar trots op hun zijn.

Vanmorgen, nadat de topsporters in huis hun training hadden gedaan en hun eten hadden gekregen, want ze willen na hun training graag eten, ben ik naar de duinen gegaan waar ik om 09:00 uur had afgesproken met een loopmaatje. Ze wilde graag een rondje van 12 km lopen. Later begreep ik dat ze eigenlijk 21 km op iets van een schema had staan in voorbereiding op een marathon, maar 12 km was nu ook wel lekker. Ach het zijn dezelfde getallen. Volgende week even omdraaien en alles is weer ok. Er sloot zich nog een loopmaatje bij ons aan die ook wel oren had naar 12 km, maar niet wist of ze dat vol zou houden. Ik zei tegen haar “loop gezellig mee, ik weet nog wel een kortere route voor het geval dat”.

Zo vertrokken we, gezellig babbelend, aan de 12 km. Zelf begin ik altijd in een heel rustig tempo, maar de dames hadden hier duidelijk andere ideeën over en in een pittig tempo vertrokken we. Na een paar honderd meter zakte het tempo in en kwamen we alsnog in een rustig duurlooptempo. We liepen een route over onverharde paden met wat kleine heuveltjes. Het gezellige babbelen ging gewoon door en door. Ook de heuveltjes op. Over de kortere route hebben we het helemaal niet meer gehad. Na 5 kwartier waren we weer terug en gaven we elkaar een high five. We hadden heerlijk gelopen.

Mocht je twijfelen over een afstand of die kunt lopen. Zoek één of meer loopmaatjes. Loop rustig ( je mag het gevoel hebben dat je langzaam gaat ) en ga lekker babbelen. Je kunt dan vaak meer dan je denkt.

Ik had vanmorgen nog wel een klein probleempje, want één van de topsporters thuis was neergeploft met mijn hardloopschoen als kussen. Na enig geduld en wat rammelen met het etensbakje had ik mijn schoenen weer terug. Even later hoorde ik gesnurk uit de slaapkamer en daar lagen ze.

Vet rustig

Het zag er koud uit toen ik vanmorgen naar buiten keek. Nou kun je je afvragen hoe dat eruitziet, koud, maar voor mij zag het er koud uit. Een pittig windje, grauwe lucht en misschien nog wel het belangrijkste , de katten waren binnen. Toch even het balkon opgegaan om te voelen, want je wilt geen verkeerde kledingkeuze maken. Wat trek ik aan voor mijn hardlooprondje. Nou maak ik bijna altijd een verkeerde keuze, want ik merk dan dat ik weer eens teveel heb aangetrokken. Vandaag stond er een uitermate rustige duurloop op het programma, dus wat extra kleding achtte ik wel gewenst. Het werd een loopshirt, dunne trui, windjack en lange tight. Nog twee mokken hete thee naar binnen, want dan begin je lekker warm en gaan.

Ik had er al vier loopjes op deze week, variërend in afstand en snelheid maar allemaal op gevoel. Vandaag ging ik het anders doen. Ik ging een duurloop doen op hartslag, waarbij ik de bovengrens op 70% van mijn maximale hartslag stelde. Dit betekende dat ik onder de 116 moest blijven. Ik hoor al een paar lopers uit mijn oude loopgroepen zeggen “dat lukt mij nooit” . Vroeger dacht ik dat ook, maar eigenlijk is het heel simpel. Je moet je niet willen inspannen. Heel rustig beginnen waarbij je het gevoel hebt dat je stilstaat en dan één stapje erbij doen. Niet meer.

Op internet lees je mooie dingen over trainen bij een hartslag van 60 tot 70% van je maximale hartslag. In deze zone bereik je je optimale vetverbranding, het verhoogd het aërobe uithoudingsvermogen, versterkt het lichaam zodat het beter bestand is tegen hogere intensiteit trainingen en meer. Vooral het stimuleren van de vetverbranding wordt genoemd. Allemaal positieve gezondheidseffecten. Ik ben een gezondheidsloper dus waarom zou ik niet altijd deze training doen. Nou omdat ik van afwisseling hou en ook wel eens wil zweten, , hijgen, snot voor de ogen krijgen en thuis kapot op de grond wil vallen.

Vandaag dus dat laatste niet. Vandaag stond de rem erop. Koste het moeite? Nee! Ik mocht een paar keer zelfs “versnellen” omdat mijn hartslag onder de 110 kwam. Na anderhalf uur was ik weer terug en zag dat mijn gemiddelde hartslag 112 was. Ik had in een vet rustig tempo gelopen.

Ging het langzaam? Nee! Ik passeerde zelfs een slak.

Betonplaten

Er gaan 5 van mijn rustige duurlooptempo passen in één betonplaat. De paslengte hou ik even op 1 meter. Het betonplatenpad is afgerond 5 km. Hoeveel betonplaten liggen er achter elkaar?

Vanmorgen had ik zin om een wat langere duurloop te gaan doen en met langere bedoel ik een 30+ er. Het zou weer een warme dag worden dus nam ik twee halve liter bidons water mee die ik onderweg weer bij kraantjes die ik passeerde kon vullen. Ik begon heerlijk over onverharde duinpaden die grotendeels in de schaduw lagen. Na een paar kilometer zie ik opeens beweging op het zanderige paus voor mij dat in de zon lag. Het was een jonge kikker die zich voortbewoog, nou ja, meer voortsleepte over het pad. Nu moet je uitkijken met ingrijpen in de natuur, maar ik heb de kikker wel even opgepakt en in een groen stukje , ja het was er nog, gras gezet nabij het water.

Bij het verlaten van het duingebied mijn bidons gevuld en over een verhard fietspad door het naastgelegen duingebied naar Zandvoort gelopen. Daar het strand op gegaan om nog lekker zo’n 7 km strand mee te nemen. Het was al flink druk op het strand en het water stond hoog. Het strand was bij vlaggen redelijk mul en zwaar maar dat vind ik dan weer niet zo erg, want dan kan het tijdens de marathon van Köln alleen maar meevallen. ( nou hoef ik daar ook niet door zand te lopen, maat toch ) Al met al had ik er zo’n 20 km opzitten toen ik het strand verliet. Dit ging trouwens niet zomaar want de strandafgang was een heerlijke stijl pad van mul zand waarbij ik met een ritme van 3 passen omhoog, 2 passen terugzakken voorwaarts ging. Nog een klein stukje doorlopen en dan kwam ik op het betonplatenpad.

Het betonplatenpad waar ik het hier over heb is een open onbeschut pad waar de natuur, wind, zon, regen enz. vrij spel heeft en wat bestaat uit twee rijen betonplaten die aaneengesloten over een afstand van zo’n 5 liggen. Terwijl ik hier zo overheen liep moest ik denken aan een artikel wat ik jaren geleden heb gelezen waarin stond dat je naarmate de duurinpanning ( in mijn geval een duurloop ) langer duurde je niet meer helder na kon denken. Als proef lieten ze een aantal duursporters hoofdrekenen die inderdaad naarmate de inspanning duurde het steeds moeilijker kregen. Ik besloot de proef op de som te nemen en proberen uit te rekenen hoeveel betonplaten er achter elkaar lagen. Er gingen 5 van mijn rustige duurlooptempo in één betonplaat. De paslengte hou ik even op 1 meter. Het betonplatenpad is afgerond 5 km. Het ging mij eerlijk gezegd niet makkelijk af , maar kwam wel voordat ik het pad verliet op het aantal van 1000 betonplaten achter elkaar. ( Het staat je vrij om dit na te rekenen en mij op een eventuele fout te wijzen 😀 )

Ik schreef al dat ik uitga van mijn paslengte van 1 meter. Dit betekend tijdens de marathon dus 42195 passen. Nou moet ik bekennen dat ik liever de 42195 passen maak dan op de bank liggen en tot 42195 tellen, maar die keuze laat ik aan u.

§

Rustige Hartslag

Rustige golfjes rimpelden het wateroppervlak van de Molenplas toen ik daar vanmorgen langs liep. Rustig ging ook op voor mijn hartslag die op dat moment 109 was. Rustig ging ook op voor mijn snelheid die die zo rond de 8 km/uur schommelde.

Ik had de hartslagmeter weer eens achter uit de kast gehaald. Dat achter uit de kast verteld al iets over de frequentie waarmee ik hem gebruik en iets over de leeftijd van het apparaat. Het is inderdaad niet het allernieuwste model, maar een oudgediende De Garmin Forerunner 305 , die net als ik , al zeg ik het zelf , het nog goed doet. De reden waarom ik de Garmin weer gepakt heb is gewoon nieuwsgierigheid. Ik ben mijn oude Facebook berichten aan het wissen en kwam berichten uit 2012 tegen die ik gepost had over het lopen op mijn FiveFingers Sprint Mijn hartslag was toen vaak rond de 110, want ik moest er rustig op beginnen. Nu was ik benieuwd hoe het zou zijn als ik een duurloop zou gaan doen met die hartslag. Het was even wennen, maar als je kunt accepteren dat z’on beetje elke lop(st)er je voorbij gaat kun je ( ik tenminste ) heerlijk lopen.

Zo liep ik vanmorgen dus een LSD (Long Slow Distance ) met een gemiddelde hartslag van 112. Bij aanvang had ik mij voorgenomen om niet een bepaalde afstand te willen lopen , maar gewoon twee uur. In het begin had ik de neiging om af en toe te gaan sloffen, maar corrigeerde mijzelf dan al snel om wel de looptechniek in de gaten te houden en na een paar kilometer ging dit als vanzelf. Ik vind het een leuke training en eentje die ik zeker vaker ga doen. Misschien niet altijd als LSD, maar ook als SSD ( Short Slow Distance ) zoals ik gisteren heb gedaan over 5 kilometer

Gaat het langzaam? Nou toen ik een paar wandelaars tegen kwam hoorde ik ze zeggen ” Pas op, een hardloper “.

Één rondje

Vanmorgen een paar warme schoenen aangetrokken voor mijn lange duurloop in de duinen. De temperatuur lag nog behoorlijk onder nul en de straffe wind maakte het er niet warmer op. Toen ik naar de duinen fietste dacht ik van het valt wel mee, maar realiseerde me dat ik er een flinke vaart in had omdat ik de wind in de rug had en dan valt de kou in inderdaad wel mee. De bedoeling voor vandaag was een duurloop van zo’n 25 km en voor de afwisseling had ik deze keer wel een route in gedachte.

Nieuw deze keer was een damesstem die elke km in mijn oor brulde dat ik er weer een km op had zitten, waarbij ze gelijk vermelde hoelang ik liep en wat mijn gemiddelde snelheid was. Ik schrijf brulde, maar ze had natuurlijk ook kunnen fluisteren als ik het volume wat lager zou zetten, maar in dat geval kon ik de muziek niet horen vanwege de harde wind. Dus mocht ze brullen. Het is best lekker dat ze je op de hoogte houd van je loopstatistieken, hoewel je soms hoopt dat ze wat eerder de volgende km aankondigt, maar een andere keer heb je het gevoel dat ze zich te snel meldt. Dat laatste komt dan weer doordat ik in mijn enthousiasme het tempo omhoog heb gegooid.

Terwijl ik zo mijn kilometers aflegde in de duinen. Moest ik denken aan een boek dat ik gisteren in mijn boekenkast zag staan. Dit ging over de tweestrijd tussen Sebastian Coe en Steve Ovett. Twee Engelse middellange afstand lopers die de middellange afstand eind jaren 70 – begin jaren 80 op de baan domineerden. Om de beurt liepen ze een record op de afstanden van 800m t/m de mijl en allebei haalden ze olympisch goud. Zelf liep ik in de tweede helft van de jaren 80 ook deze afstand bij de Utrechtse atletiekvereniging Hermes. Mijn beste afstand was daar eigenlijk nog iets korter, namelijk de 400m. Lekker één rondje op de baan knallen en klaar. Toen deed ik nog trainingen waarbij de warming up en loopscholing langer duurden dan de kern van de training en duurlopen waren uit den boze, want daar werd je traag van.

12 km klonk het in mijn oor. Het eerste gedeelte van de loop zat erop en ik ging voor het tweede stuk. Omdat ik een soort van 8 loop zijn het twee ronden. Nog één ronde te gaan. Niet het heerlijke 400 m rondje op de baan dat je kunt knallen , maar een fijne 13 km ronde in de duinen die in een rustig tempo mocht. Afgelopen week schreef ik dat het fijn was om bij tijdens de heenweg te ontdekken dat je de laatste 3 km terug wind mee hebt. Vandaag was de ontdekking dat ik hem de laatste 7km tegen had. Net iets anders. Een meevaller is dan wel weer dat ik hem daarvoor lekker lang mee had.

Al met al een fijn zondagmorgen loop gedaan van ruim 25 km.